20140209 — zondag

Een geslo­ten boek

Het is zon­dag 9 febru­a­ri. Vol­gen­de week zater­dag de 15de wor­den we geacht een bespre­king te pos­ten van het boek Duel met paard geschre­ven door Pau­li­ne Genee. Gis­ter kreeg ik de roman Het leek stil­ler dan het was van Eva Kel­der via de post gele­verd. Blogda­tum 15 april. En van­daag lees ik in IJs­tijd door Maartje Wor­tel waar we de 28ste over gaan blog­gen. Kort­om, het is hier een komen en gaan van nieu­we boe­ken. Voor­lo­pig kom ik niet toe aan het her­le­zen van boe­ken uit mijn eigen bibli­o­theek. Iets waar ik plot­se­ling aan moest den­ken bij het vol­gen­de citaat:

Ik her­lees dui­zend keer dezelf­de boe­ken, het is altijd weer anders. Eén ding blijft het­zelf­de: ik voel me dicht­bij en bui­ten­ge­slo­ten op het­zelf­de moment als ik lees. Zoals je wakend naar een gelief­de kijkt die slaapt. Of erger: een gelief­de die droomt.
[p.55, IJs­tijd — Maartje Wortel]

Er is iets vreemd aan deze pas­sa­ge. Niet zozeer dat moei­lijk te bevat­ten feit om dui­zend keer dezelf­de boe­ken te lezen. Ik ben onder­tus­sen gewend geraakt aan de mate waar­in de ik-per­soon in het ver­haal van Maartje Wor­tel soms kan over­drij­ven. Het gaat mij meer om de scha­ke­ling van boek naar gelief­de bij het ver­kla­ren hoe het voelt om je tege­lij­ker­tijd dicht­bij en bui­ten­ge­slo­ten te voelen.

Bij boe­ken heb ik dat gevoel name­lijk niet. Daar voel ik me vaak (bij een goed boek ten­min­ste) met­een van­af de aller­eer­ste blad­zij­des opge­no­men in het ver­haal en zit boven­op de han­de­lin­gen. Hoe dicht­bij kun je zijn? Maar ik voel me zeker niet bui­ten­ge­slo­ten. Hoog­uit daar waar de schrij­ver iets te raden wil over­la­ten moet je moei­te doen om het ver­haal te begrij­pen. Doch meest­al zijn er vol­doen­de aan­wij­zin­gen om jezelf een beeld te vor­men van wat er aan de hand is. Uit­ein­de­lijk wil­len de mees­te (niet alle) auteurs toch dat je voor een groot deel kunt vol­gen wat ze publie­ke­lijk heb­ben gemaakt.

Hoe anders ervaar ik dat wan­neer ik waak bij een gelief­de die slaapt of, nog erger (nee, hier over­drijft de ik-per­soon geens­zins), droomt. Zeer zeker voel ik me hier (fysiek) dicht bij mijn gelief­de. Maar tege­lij­ker­tijd ook hemel­ter­gend ver weg en onmach­tig bui­ten­ge­slo­ten van wat daar alle­maal ach­ter die geslo­ten oog­le­den afspeelt. Ik kan slechts gis­sen hoe die wereld er uitziet.

Waar is ze? zo vraag ik me vaak af. En met wie? Wat doet ze? Heeft ze ple­zier? Meer dan wan­neer ze niet slaapt? En zal ze dat ooit toe­ge­ven indien ik het haar zou vra­gen? Gek kan ik er van worden.

In De Groe­ne Amster­dam­mer las ik een arti­kel met als titel ‘Waar­om we afgunst seri­eus moe­ten nemen’. Het vol­gen­de ver­schil tus­sen jaloers en afgunst wordt hier opgevoerd:

afgunst […] gaat over de pijn om wat ande­ren heb­ben, ter­wijl jaloe­zie gaat over pijn om wat je zelf dreigt te verliezen.
[door Sjaak Koenis]

Voor mij is het dui­de­lijk dat ik afgun­stig ben wan­neer ik zie hoe mijn gelief­de in die­pe rust is ver­zon­ken en er soms een geluk­za­li­ge glim­lach op haar lip­pen ver­schijnt of een kod­dig grom­mend geluid van­tus­sen haar voch­ti­ge lip­pen ont­snapt. En wel omdat zij op dat moment zon­der mij aller­lei avon­tu­ren beleeft waar ik geen deel in heb. Van bui­ten beschouwd zijn wij nog steeds een paar zoals we daar in één ruim­te (fysiek) samen­zijn, maar ik word bui­ten­ge­slo­ten het­zelf­de moment dat zij haar ogen sluit. Ik heb geen ken­nis van wat zij ziet en voelt.

Zij is tij­de­lijk een geslo­ten boek.


Reacties

  1. Manjo van Boxtel

    Aaar­r­rggg­h­h­h­hh.…. ik heb ze omge­wis­seld. Ik ben nu bezig met IJs­tijd omdat ik dacht dat dat zater­dag aan de beurt was. Snel omwis­se­len dus.
    Eigen­lijk vind ik dat maar niks, nu wordt het ‘haast­le­zen’ in Duel met paard. Ik neem lie­ver de tijd om een boek te laten bezin­ken, voor­dat ik erover blog.
    Hoe dan ook: dank je dat je me wak­ker hebt geschud.

    1. Peter Pellenaars

      Haha­ha, daar zit je met je goe­de gedrag het ver­keer­de boek te lezen. Ik ga zo kij­ken of je de bespre­king nog op tijd hebt af gekregen.

      1. Manjo van Boxtel

        Nee. Hoef je niet voor te kij­ken, kan ik je zo wel zeg­gen. Als het een ander boek was, was het me wel gelukt. Maar hier had ik gewoon veel moei­te mee. Ik zocht steeds maar ande­re klus­jes, omdat ik gewoon moei­te had om het boek boei­end genoeg te vin­den om het uit te lezen.

        1. Peter Pellenaars

          Onder­tus­sen had ik toch al geke­ken. Des­on­danks vind ik het toch een geslaag­de bespreking.

  2. Mariska

    Mooi citaat! Ik kan me er wel in vin­den, hoor.. Dicht­bij omdat je hele­maal in het ver­haal kan krui­pen. Maar toch ver weg, het is niet jouw leven. Je leest slechts mee en je leeft niet mee. Wan­neer het ver­haal afge­lo­pen is en het boek dicht, is het over. Je bent klaar en je kunt afstand doen van het boek, van het ver­haal, omdat het in de eer­ste plaats al ver weg was, omdat het niet jouw ver­haal is.

    1. Peter Pellenaars

      Voor mijn gevoel leef ik bij het lezen wel altijd mee, ondanks dat het mijn leven niet is. Maar natuur­lijk is dat voor ieder­een verschillend.