Duelleren rondom paard

De roman Duel met paard van Pau­li­ne Genee heeft een mooi mot­to. Zo mooi dat ik het hier in z’n geheel overneem:

Als wer­ke­lijk­heids­zin bestaat, en nie­mand zal eraan twij­fe­len dat die bestaans­recht heeft, dan moet er ook iets bestaan dat je ‘moge­lijk­heids­zin’ kunt noe­men. Wie die bezit zegt bij­voor­beeld niet: hier is dit of dat gebeurd, zal gebeu­ren, moet gebeu­ren, maar: hier zou, moest, of had iets kun­nen gebeu­ren. En als je hem dan van het een en ander uit­legt dat het is zoals het is, dan denkt hij: ach, het zou waar­schijn­lijk ook anders kun­nen zijn.
[Robert Musil, De man zon­der eigen­schap­pen]

Ik weet het natuur­lijk niet zeker, maar ik heb het ver­moe­den dat schrijf­ster Genee met dit mot­to in het hoofd naar ‘de fei­ten’ heeft geke­ken over het won­der­paard Hans, dat echt heeft geleefd in Ber­lijn aan het begin van de vori­ge eeuw. In de geschie­de­nis­boe­ken staat beschre­ven wat er ‘echt’ is gebeurd en hoe het is afge­lo­pen. Maar, zo kun­nen we aflei­den uit de ver­ant­woor­ding ach­ter in haar boek, ‘het zou waar­schijn­lijk ook anders kun­nen zijn’. Wat gere­sul­teerd heeft in een prach­ti­ge debuut­ro­man waar­bij ik alleen van­we­ge het mot­to een tijd­lang op het ver­keer­de been ben gezet. Ik had name­lijk een ver­haal ver­wacht dat mij tij­dens het lezen her­haal­de­lijk in ver­war­ring zou bren­gen door aller­lei wen­din­gen te intro­du­ce­ren die het voor­gaan­de in een ander licht zou­den zetten.

Niet van dat al. Deze pret­tig lees­ba­re en met oog voor detail geschre­ven his­to­ri­sche roman blijft ver­haal­tech­nisch net­jes bin­nen de lijn­tjes. De hoofd- en bij­fi­gu­ren wer­den keu­rig voor­ge­steld wan­neer ze ten tone­le ver­sche­nen, waar­bij ik me ach­ter­af hoog­uit afvroeg of de ene figuur niet teveel en de ander te wei­nig aan­dacht of ach­ter­grond had mee­ge­kre­gen. Maar dat heeft niets afge­daan aan het ver­haal. Dat zit goed gecon­stru­eerd in elkaar en ik las het in twee kort op elkaar vol­gen­de ses­sies adem­loos uit zon­der ergens ver­veeld te raken. Zelfs toen ik door begon te krij­gen hoe het ver­haal ver­moe­de­lijk zou ein­di­gen zat er vol­doen­de span­ning in (niet in de vorm van actie of sus­pen­se, maar nieuws­gie­rig maken­de ont­wik­ke­lin­gen hoe het ein­de zich pre­cies zou ont­vou­wen) om door te blij­ven lezen. Een groot com­pli­ment aan de schrijfster.

Waar ik hier wil blij­ven stil­staan is bij de titel. Niet zozeer om die te ver­kla­ren als­wel om een link te leg­gen naar de duels in het ver­haal. Want wat me opviel naar­ma­te het ver­haal vor­der­de is dat ik meer en meer duels zag ont­staan ter­wijl het paard Hans met rust gela­ten werd. Of zou Wil­helm Von Osten (de paar­den­trai­ner) met/via het paard Hans een strijd leve­ren tegen de weten­schap? Het is iets wat me nu pas te bin­nen­schiet. Maar laat ik eerst in wil­le­keu­ri­ge volg­or­de de ver­wij­zin­gen naar duels of (inner­lij­ke) strijd opsom­men die ik geturfd heb:

  • Frau Piehl vecht tegen Emi­lio om de aan­dacht van Wil­helm als­ook om het oude ver­trouw­de van de bin­nen­plaats terug te veroveren;
  • tus­sen Emi­lio en Franz is er ver­schil van mening over de ware aard van kunst en in hoe­ver­re ze afge­we­ken zijn van hun ide­a­len tij­dens de stu­den­ten­tijd op de kunstacademie;
  • daar­naast wil Emi­lio zich bewij­zen ten opzich­te van Franz om in de gunst te val­len van Mary (de vrouw van Franz);
  • Emi­lio ver­telt een anec­do­te over hoofd­com­mis­sa­ris Von Hin­c­kel­dey die een ver­bod moest zien te hand­ha­ven op duels;
  • Wil­helm vecht om erken­ning tegen zijn reeds lang over­le­den vader als bewijs dat de onder­wijs­me­tho­de gehan­teerd door Wil­helm wel dege­lijk suc­ces­vol kan zijn;
  • Wil­helm voert een inner­lijk gevecht tegen zijn homo-ero­ti­sche gevoelens;
  • Frau Piehl haalt her­in­ne­rin­gen op aan de tijd van vroe­ger toen ze stie­kem een duel mocht aanschouwen;
  • Franz daagt Emi­lio uit voor een echt duel.

Of dit lijst­je vol­le­dig is dat mogen jul­lie bepa­len (aan­vul­lin­gen zijn wel­kom). Het ster­ke nu van Pau­li­ne Genee is dat ze naar mijn over­tui­ging al deze ver­mel­de duels heel gedo­seerd in haar ver­haal heeft ver­werkt. Voor mij had het een effect dat ze het ver­haal gaan­de­weg doen laten wer­ve­len. Het geeft het geheel een eigen dyna­miek. Ieder­een is bezig een gevecht te leve­ren. Soms kan dat bij­na uit­mon­den in een strijd op leven en dood, soms blijft het bij iets kleins. Maar het brengt hen alle­maal in bewe­ging. Op zoek naar erken­ning, ver­los­sing, lief­de en wat al niet meer.

En mid­den van dat alles staat daar Hans. Af en toe nuk­kig, maar meest­al onbe­wo­gen tikt hij met zijn hoef op de grond om de uit­komst van een som te geven. Hans is de con­stan­te in deze geschie­de­nis. Hij doet z’n ding. De wereld om hem heen pro­beert ver­kla­rin­gen te vin­den voor wat ze zien. Zelfs wan­neer mijn nieuw ver­wor­ven inzicht klopt dat Wil­helm met Hans als inzet een duel levert met het weten­schap­pe­lij­ke esta­blish­ment in Duits­land, dan nog zal het Hans worst wezen.

Een ver­haal heeft een rust­punt nodig. Met Hans heeft Pau­li­ne Genee die gevon­den. Daar­om­heen speelt het leven zich af. Het wer­ke­lij­ke en het moge­lij­ke. In Duel met paard krij­gen we een onwaar­schijn­lijk mooie moge­lij­ke wer­ke­lijk­heid voorgeschoteld.

Ber­lijn, 1904. De hoofd­stad is in de ban van het won­der­paard Hans, dat reke­nen kan. Geleer­den staan voor een raad­sel: is het bedrog, of kan het dier wer­ke­lijk wor­tel­trek­ken? De oude Von Osten, die weke­lijks op zijn bin­nen­plaats met hem optreedt, blijft aldoor hopen op erkenning.
De ver­schij­ning van Emi­lio Ren­dich, een flam­boy­an­te schil­der die over de juis­te con­tac­ten beschikt, is een bui­ten­kans. Maar als die zich aan de voor­avond van de lang­ver­wach­te onder­zoeks­com­mis­sie laat aflei­den door een ver­bo­den lief­de, slaat ook bij hem de twij­fel over de reken­kunst van het dier toe.

Duel met paard
Pau­li­ne Genee
Uit­ge­ve­rij Querido
ISBN 9789021449777