Binnenskamers

Luis­ter. Wat ik je nu ga ver­tel­len moet je wel voor je hou­den. Het moet bin­nens­ka­mers blij­ven zoge­zegd. Begrijp je? Nor­maal gespro­ken gooi ik de vui­le was niet op straat. Zeker niet wat mij onder vier paar ogen ver­teld is. Maar met jou is dat anders. Wij ken­nen elkaar, nou? Hoe lang al? Veer­tien, vijf­tien jaar? Dat bedoel ik. Ouwe gar­de. Dat schept een band. Net als dat boek. De laat­ste der indi­a­nen. Dat zijn wij. Wat ik je dus wou zeg­gen. Pas op voor die nieu­we op de vier­de ver­die­ping. Die. Is. Niet. Te. Ver­trou­wen. Ik zweer het je. Pas in het bedrijf en nu al dik­ke vriend­jes met de direc­teur. Die bekon­ke­len met z’n twee­tjes heel wat in het geheim af. Geluk­kig kan ik goed opschie­ten met die dik­ke deur en heb ik zodoen­de al heel wat zaak­jes gehoord wat die nieu­we van plan is. Want die direc­teur van ons is ook niet gek. Die weet pre­cies wie hij in de kuip heeft. En ik ook. Gis­ter kwam hij name­lijk naar mij toe. Om me iets con­fi­den­ti­eels mee te delen. Con-fi-den-ti-eels. Ik moest het later opzoe­ken in het woor­den­boek. Weet je wat hij zei? Je zal het niet gelo­ven. Maar eerst zwe­ren dat je het niet ver­der ver­teld. En wan­neer je het toch doet dan weet ik wie er gelekt heeft, want nie­mand anders weet het. Ok. Goed. Luis­ter. Oh, wacht. Wie zie ik daar de kan­ti­ne bin­nen­ko­men. Onze boek­hou­der. Die zal dit ook gewel­dig vin­den om te horen. Ik roep hem even. Kan hij erbij komen zit­ten. Jon­gens! Schuif eens op voor onze boek­hou­der. Er is plaats zat hier aan tafel.

~ ~ ~


Reactie

  1. Anna

    Ha, ik was het deze mor­gen al es komen lezen en nu weer… wat een ver­ha­len­ver­tel­ler ben je toch 🙂