Een andere manier om zonder verplichtingen rond te waden in het slijk van de menselijke ziel is het lezen van romans waarin aangepaste mensen een brute daad begaan. Ze rammen een gezicht tot pulp met een ijzeren staaf, steken weerloze daklozen in brand. Ja mensen, schoolmeestert de schrijver, het beest huist in ons allen. Het houdt zich soms een paar generaties stil maar verhuist stilletjes met ons mee om dan, via de slinkse wegen van de genetica, op een onbewaakt moment tevoorschijn te komen. Om het gegeven nog wat pregnanter te maken is het de zoon van een hoge pief die opeens zwavel in z’n asem blijkt te hebben. Dat lezen, behaaglijk gruwelend in je leunstoel van gewapend beton. En dan denken dat je iets van de wereld begrijpt. Dat je mij begrijpt.
Rot toch op.
[p.40–41, Saboteur, Marte Kaan]
~ ~ ~
~ ~ ~