
De zwaan. Voor de LOST-kenners onder mijn volgers heb ik goed en slecht nieuws. Laten we beginnen met het goede: het is me gelukt alle seizoenen via het onvolprezen Netflix te bekijken. Afgelopen vrijdag heb ik de laatste aflevering gezien en qua timing kwam het zo uit dat precies om middernacht de aftiteling op het scherm verscheen. Dat ik het als goed nieuws breng is een keuze. Ik had voor hetzelfde geld kunnen zeggen dat ik nu niet meer elke week minstens één episode van deze fantastische serie kan volgen. Hoewel, ik kan natuurlijk weer van voor af aan beginnen.
Wat is dan wel het slechte nieuws? Eigenlijk niet veel meer dan de mededeling dat de zwaan waar ik het vandaag in deze blogpost over ga hebben niets te maken heeft met ’the Swan’ uit LOST. Kon ik onlangs nog moeiteloos een link leggen tussen een boek wat ik aan het lezen was en station ’the Pearl’, deze keer is dat jammer genoeg niet mogelijk. Wat misschien weer goed nieuws is voor de LOST-haters onder mijn volgers. Zo heb ik voor ieder wat wils.
OK, dat gezegd hebbende kan ik me concentreren op de zwaan van Marte Kaan. Het is een zwaan die we naar ik vermoed allemaal wel kennen. Of nog steeds met ons meedragen. In mijn geval was het een jongen die mijn beste vriend werd toen we eind jaren zeventig gingen verhuizen naar een nieuwbouwwijk waar hij al woonachtig was met zijn ouders en jongere broertje. Ondanks dat we binnen de kortste keren bijna elke dag met elkaar optrokken en alles met elkaar deelden heb ik me altijd op een bepaalde manier minderwaardig bij hem gevonden. Het was niet zozeer hoe hij deed naar mij, maar veel meer hoe de rest van de wereld naar hem keek. Hoe men hem adoreerde. Hoe hem alles als vanzelf in de schoot geworpen werd. The Golden Boy. Boy Wonder. En ik wou hem zijn. Maar diep in mijn hart wist ik dat ik gedoemd was het lelijke eendje te blijven.
De zwaan in het gelijknamige verhaal uit de bundel Saboteur van Marte Kaan is ook zo iemand waar de ik-persoon alleen maar met jaloezie aan kan denken:
Zij is altijd zwaan geweest. Onder luid applaus ter wereld gekomen en dat applaus was in de loop van haar leven niet afgezwakt, het zwol enkel af en toe aan om vervolgens weer terug te keren naar een meer dan bevredigend niveau.
[p.64]
Alleen is het voor haar een soort van obsessie (sorry dat ik in herhaling val) geworden. Zij hunkert naar aandacht van de Zwaan (let op de hoofdletter!) terwijl tegelijkertijd diezelfde aandacht haar nog onzekerder maakt. Opgesloten als ze zit in een voor de buitenwereld misschien normale relatie voelt zij hoe ze langzamerhand de grip verliest en maar aan één ding kan denken: ontsnapping. Iets wat ze tegen beter weten in toch door de Zwaan denkt te kunnen bereiken. Daarom heeft ze de Zwaan en diens echtgenoot uitgenodigd voor een etentje. Op zoek naar dat ene teken van erkenning:
En dan. Natuurlijk heeft ze zich dat afgevraagd. Kleine kans dat haar huis eindelijk de doodse alledaagsheid van een Ikea-showroom zou ontstijgen, haar borsten er minder meelijwekkend bij zouden hangen, haar kinderen eens normaal gingen doen, dat ze als bij toverslag een bezielde echtgenoot zou krijgen of de gedroomde kwaliteit orgasmen. Maar toch.
[65–66]
We zijn dan pas op een derde van de iets meer dan elf bladzijdes dat dit korte verhaal lang is. Maar wat we nu al kunnen voorspellen is dat het haar niet gaat lukken. Opnieuw beginnen, waar ze het in de eerste zin reeds over heeft, is voor haar niet weggelegd. Het zal alleen maar van kwaad tot erger gaan.
Ook in dit verhaal heeft Marte Kaan weinig tekst nodig om veel te vertellen. Maar ze doet dit wederom op een dusdanige manier dat er voor de lezer nog voldoende te raden over blijft. En de toon is bijzonder verontrustend. Bij aandachtige herlezing blijkt hoezeer het leven van de ik-persoon al ontwricht is geraakt door haar vele wanen. Het is een verre van optimistisch beeld wat Marte Kaan hier van een doorsnee gezinsleven schetst, waar ervaringen uit het verleden verstrekkende gevolgen kunnen hebben.
Mijn zwaan heb ik al zo’n twintig jaar niet meer gezien. We zijn elkaar uit het oog verloren op het momet dat ik naar een naburig dorp verhuisde en hij naar de andere kant van de wereld. Ondertussen weet ik dat hij net als ikzelf zijn momenten van onzekerheid heeft gehad en dat hem zeer zeker niet alles als vanzelf is komen aanwaaien. Het is me zelfs duidelijk geworden dat ikzelf voor weer anderen in die tijd een soort van zwaan ben geweest. Niet dat ik me daar veel bij kan voorstellen. Maar het is een schrale troost die ik koester.
~ ~ ~
Dit is een aanvulling op mijn eerdere bespreking van Saboteur in het kader van Een perfecte dag voor literatuur. Ik gaf toen aan om een aantal korte verhalen uit de bundel wat meer aandacht te geven. Dit zijn ze:
- New York
- Zwaan
- Saboteur
- Hoofdredacteur
- Nirwana
- Exit
~ ~ ~
Ach, vooruit. Wat kan mij het schelen dat ik geen enkele reden kan vinden anders dan de overeenkomst in naam. Ik wil gewoon dat introductie filmpje van het Dharma initiatief over ’the Swan’ laten zien. Hier komt ie: