Iedereen houdt van oorlog

Uit de memoi­res van Herb­jörg Maria Björns­son — Ver­taald uit het IJs­lands door Mar­cel Otten

Natuur­lijk was het leuk in de oor­log. Natuur­lijk had ik het voor geen goud wil­len mis­sen. Soms leef­de je zo inten­sief dat het moment gewoon­weg vibreer­de als de roet­zwar­te kop­pe­ling van een oude trac­tor.
[…]
De mens heeft altijd behoef­te aan cata­stro­fes. Als ze niet door de natuur wor­den gele­verd, pro­beert hij ze zelf te fabri­ce­ren.
[…]
Man­nen die in de Twee­de Wereld­oor­log heb­ben gevoch­ten en in de voor­ste linies lagen, heb­ben me ver­teld dat het sol­da­ten­le­ven hele­maal niet zo erg was. Er was één ding dat het leven van alle­dag in vre­des­tijd over­trof en dat was het geze­gen­de hier en nu. Er was geen tijd om over de dag van gis­te­ren te treu­ren of je druk te maken over de dag van mor­gen. Je had de han­den vol om het hier en nu het hoofd te bie­den en dat bracht een zeker geluk met zich mee, ja, haast een vorm van gemoeds­rust.
[…]
Ten tij­de van oor­log heeft ieder­een het goed, omdat nie­mand zelf iets kan beslis­sen. In vre­des­tijd grijpt het onge­luk om zich heen, omdat de men­sen zelf moe­ten kie­zen en afwij­zen. Alle oor­lo­gen zijn ont­spro­ten uit het gren­ze­lo­ze ver­lan­gen naar geluk van de men­sen. En waar ze het bangst voor zijn is vre­de op aar­de.
[…]
De mens is van natu­re een mier en hij kiest er lie­ver voor pas­sa­gier te zijn op het gro­te rad van for­tuin dan zelf die reis te bepa­len. Het minst van alles wil hij de door­slag­ge­ven­de fac­tor zijn en om die reden heeft hij gro­te bewon­de­ring voor dege­nen die dat wel aan­dur­ven.
[…]
Wat het lot betreft is een oor­log het radi­caalst. Daar­om heb­ben we het zo ont­zet­tend goed ten tij­de van oor­log, we voe­len een inner­lij­ke oor­logs­vre­de. De Twee­de Wereld­oor­log was een oor­log waar­over je alleen maar kon dro­men, want hij was, zoals Goeb­bels het zei, der tota­le Krieg. Hij was over­al en alles­om­vat­tend, strek­te zich uit over een heel con­ti­nent en trof ieder afzon­der­lijk diep in zijn ziel, liet niets en nie­mand onberoerd.

[p.157–158, Een vrouw op 1000 gra­den, Hall­grí­mur Helgason]

Blogda­tum 15 mei


Reacties

  1. Linda Kwakernaat

    Een gewel­dig boek!
    Ik ben benieuwd naar alle ande­re meningen

    1. Peter Pellenaars

      Hele­maal met je eens ondanks dat ik pas hal­ver­we­ge ben.