Als kind dacht ik altijd dat de huid van je tepel donkerder en daardoor steviger zou worden naarmate je ouder werd. Ik ben al even vijftien en mijn tepels zijn wel donkerder geworden, maar voelen nog steeds teer aan. Een beetje als de beurse plek in een appel.
Het badwater dampt allang niet meer. Met mijn tenen trek ik de stop aan zijn kettinkje uit de afvoer. Er ontstaat een kolkje tussen mijn voeten; mijn schaamhaar en piemel bewegen vertraagd onder water. Het is fijn om te blijven liggen terwijl het water wegstroomt. Langzaam krijg ik mijn gewicht weer terug.
Met mijn kin op mijn borst bekijk ik het kroontje van acht haren rond mijn tepel. Eigenlijk is het meer een sneu zonnetje. Ik neem een haar tussen mijn nagels en trek er zacht aan. Alsof een speldje van binnenuit de huid omhoogdrukt. Gorgelend verdwijnt het laatste bodempje water. Mijn piemel is wat stijver geworden.
Ik droog me ruw af met een stugge handdoek, trek mijn kleren aan en zet het bovenraam op een kier om de damp te laten ontsnappen.
[p.97 — Birk, Jaap Robben]
Reacties
Hum, eigenlijk is het door je voorgaande post te lezen dat ik nou snap waarom er hier niet meer dan een fragment te lezen staat… Tiens, niet van zijn gewoonte dacht ik eerst. Maar nou snap ik dat de rest gewoon later volgt 🙂 Have fun!
Soms plaats ik een stukje tekst zodat mijn volgers zich een beeld kunnen vormen bij de boeken die we lezen voor de bloggersleesclub. En heel soms laat ik het daarbij terwijl ik op andere keren er nog een stukje bij schrijf.