Het kan raar lopen. Schrijfdocent Hans Hogenkamp voert in het eerste hoofdstuk van Schrijven is schrappen de ongeduldige lezer op. Voor deze lezer is tijd een belangrijk criterium, zo betoogt hij. Het is dit type lezer dat in de meerderheid is en vaak een inleiding overslaat,
niet zozeer om de afloop van het verhaal te vernemen als wel om te beginnen met genieten. Lezers willen géén warming-up; ze willen zonder eerst te douchen het zwembad in springen. Ze hebben dorst, zitten smachtend aan de toog en ergeren zich aan een barman die zich bezondigt aan kletspraat en talmt met het tappen van het bier. Lezers willen lezen, écht lezen.
[p.12]
Tot zover had ik alles nog aandachtig gelezen maar nu begon ik mijn geduld te verliezen. Ik wil wél een warming-up! Ik ga wél eerst douchen voordat ik het zwembad in spring! Ik erger me níet aan de barman die zich bezondigt aan kletspraat! En dat is juist omdat ik wil lezen, écht lezen.
Bijna had ik het boekje dichtgeslagen om iets anders te gaan doen. Echt lezen bijvoorbeeld. Maar ik realiseerde me tijdig dat ik me vooral aangesproken voelde als lezer. Niet zozeer als schrijver (of in ieder geval als blogger). Want hoewel ik me als lezer niet identificeer met deze (schijnbaar) grote groep van ongeduldige lezers die alleen maar op zoek is naar een genietmomentje in hun drukke bestaan, is het juist voor schrijvers uiterst handig te weten hoe hun potentieel lezerspubliek in elkaar zit.
Daarom besloot ik verder te lezen. Iets waar ik geen seconde spijt van heb gehad. Want al snel werd het me duidelijk dat het de auteur zeker niet te doen is om de ongeduldige lezer tegemoet te komen door alles in te zetten op kwantiteit (veel schrappen = weinig woorden) maar juist door de kwaliteit op verschillende gebieden (elk komt aan bod in een afzonderlijk hoofdstuk) te verhogen middels het gericht kappen van ‘dood hout’:
- compactheid (hoofdstuk 1)
- functionaliteit (hoofdstuk 2)
- helderheid (hoofdstuk 3)
Het gaat er dus om de ‘plezierdichtheid’ van een verhaal te verhogen en daarvoor zal een schrijver
de balans moeten vinden tussen enerzijds een beknopte verteltrant en anderzijds de lezer voldoende tijd en zintuiglijke prikkels verschaffen om zich met het verhaal te verbinden.
[p.40]
Hans Hogenkamp biedt hiervoor een heleboel inzichtelijke tips die ogenschijnlijk erg voor de hand liggen maar waar je je vaker dan gedacht aan bezondigt. Hij hanteert daarvoor een prettig informele schrijfstijl die tegelijkertijd (niet verrassend) efficiënt en to-the-point is. Erg handig zijn de duidelijk herkenbare uitspraken die zijn uitleg ondersteunen. Ze kunnen worden gelezen als een samenvatting van zijn boek, maar hierbij wil ik zeker niet zover gaan te beweren dat de rest van de tekst geschrapt kan worden. Om snel iets terug te zoeken zijn ze echter ideaal voor diegenen die liever geen aantekeningen in hun boek maken.

Laat tevens gezegd zijn dat de uiterste consequentie van toepassing van al deze tips niet het einde betekent van de ‘dikke roman’ want het blijft natuurlijk erg subjectief wat functioneel en overbodig is:
Ook Joyce, Claus en Van der Heijden hebben hun werk talloze malen herschreven en geschrapt tot hun vingers blauw zagen. Zij hanteerden hun eigen maatstaven wat betreft functionaliteit en overbodigheid. Ook in ogenschijnlijk wijdlopige stijlen is ieder woord gewikt en gewogen en heeft alles een functie.
[p.106]
Zelf moet ik met het schaamrood op mijn kaken bekennen dat de allereerste versie van deze vanochtend geschreven blogpost veel ‘beginnersfouten’ bevatte. Daarom is het voor mij nu al waardevol gebleken dit zeer informatieve boekje tot het einde toe doorgenomen te hebben. Het gaat een vaste plek innemen op mijn werkkamer zodat ik het regelmatig kan raadplegen. Om te beginnen om de definitieve versie van mijn korte bespreking verder te scannen op zoek naar ‘dood hout’.

Schrijven is schrappen is een bekend schrijfdogma, maar hoe werkt dit in de praktijk? En hoe ver strekt deze regel zich uit? Heel ver, betoogt schrijver en schrijfdocent Hans Hogenkamp: niet alleen op het gebied van woorden, zinnen en alinea’s, maar ook op het gebied van scènes, tijd, personages, verhaallijnen, locaties en thema’s. Door te suggereren, te doseren en je vertelmiddelen zo functioneel mogelijk in te zetten, kunnen schrijvers de zeggingskracht van hun verhalen en romans sterk vergroten. In Schrijven is schrappen geeft Hans Hogenkamp tal van inzichten, ideeën en tips die de effectiviteit en zeggingskracht van fictieschrijvers zullen verhogen. Schrappen: de snelste en makkelijkste manier om je verhaal te verbeteren.
Schrijven is schrappen
Hans Hogenkamp
Uitgeverij Atlas Contact
ISBN 9789045705958
Reacties
Welke fouten had je dan gemaakt?
In ieder geval had ik er bij de eerste review veel foutjes uitgehaald op het zinsniveau. Dus niet zozeer in de structuur van mijn blog. Dit komt denk ik omdat ik vaak wel de structuur in mijn hoofd heb en dan ga schrijven. Tijdens het schrijven schuif ik dan met zinnen of pas zinnen aan. Daardoor blijven er woorden ‘hangen’ die niet meer precies passen wanneer ik de zin verschoven heb. Ook gebruik ik automatisch een aantal stopwoordjes (bijvoorbeeld ‘even’) en tussenvoegsels die me pas opvallen wanneer de eerste versie klaar is.
Dit was altijd al het geval, maar met het boekje bij de hand kan ik nu wat gerichter zoeken, plus wordt me ook duidelijker gemaakt wat het effect van deze ‘fouten’ is (op de lezer) wanneer je ze laat staan.
Bij een grotere blogpost of langer verhaal wordt het minstens zo belangrijk om ook naar de compactheid en functionaliteit te gaan kijken.
Ik geloof dat ik dit boekje binnenkort opgestuurd krijg. Ik nam een abonnement op Schrijven Magazine en dit boek kon als extra cadeautje gekozen worden. ‘k Ben heel benieuwd nu!
Goede keus. Volgens mij zitten er voldoende krachtige tips in die door iedere schrijver (op welk niveau dan ook) te gebruiken zijn. Veel zit ingebakken in je schrijfstijl zonder dat je je er bewust van bent en dan is het goed dat je dit leert herkennen. Wat je er vervolgens mee doet is een ander verhaal.