Over de grenzen

Het viel me pas op toen ik mijn aan­te­ke­nin­gen door­bla­der­de als voor­be­rei­ding voor deze bespre­king. Opnieuw speelt een eiland een belang­rij­ke rol in een boek dat we heb­ben gele­zen voor onze blog­ger­slees­club. Was het eer­der Irm­gard in IJs­tijd, toen Vlie­land in Het leek stil­ler dan het was, daar­na IJs­land en Amrum in Een vrouw op 1000 gra­den, en nu in Birk is het een afge­le­gen eiland ergens tus­sen Schot­land en Noorwegen.

Birk is de debuut­ro­man van Jaap Rob­ben. Op een enkel uit­stap­je na, speelt het hele ver­haal zich af op dit niet bij name genoem­de eiland. De belang­rijk­ste figuur is Mikael. Samen met zijn moe­der woont hij in één van de drie hui­zen op dit eiland. Vlak bij hen in de buurt, woont de vrij­ge­zel Karl. Aan de ande­re kant van het eiland is nog een huis. Maar dat is onbe­woond. Nadat de vori­ge bewoon­ster is komen te over­lij­den is het leeg blij­ven staan.

In de bin­nen­flap van het boek staat dat Birk ‘een even teder als beklem­mend ver­haal [is] over men­sen die zelf eilan­den drei­gen te wor­den’. Zelf had ik meer de asso­ci­a­tie met deze drie hui­zen die ieder voor zich een eiland op het eiland vor­men. Mikael zoekt gere­geld zijn toe­vlucht tot het ver­la­ten huis omdat hij het thuis met zijn moe­der niet weet uit te hou­den. Sinds de ver­dwij­ning van zijn vader (de ware toe­dracht wordt stuk­je bij beet­je dui­de­lij­ker) legt zij alle schuld bij Mikael. Ter­wijl hij met dit over­wel­di­gen­de schuld­ge­voel geen raad weet en hun­kert naar con­tact (in wel­ke vorm dan ook), sluit zijn moe­der hem gena­de­loos buiten:

‘Dit is dus alle­maal jouw schuld.’ Haar woor­den waren scherp als een scheer­mes. Ik deed mijn ogen dicht. Ze mocht me slaan, zo vaak uit­ha­len als ze wil­de. Mijn hoofd, mijn rug, mijn han­den. Ik zou geen geluid maken.
Maar in plaats daar­van sloot ze me op in mijn kamer.
Een dag.
En nog een.
[…]
Papa zou ze nooit meer ‘papa’ noe­men, alleen nog ‘Birk’. Haar Birk, om me te laten voe­len dat de schuld van mij was en het ver­driet van haar. Dich­ter bij elkaar dan de over­kant van de tafel kwa­men we niet.
[p.83–84]

De onder­ti­tel van Birk is ‘Over de gren­zen van onvoor­waar­de­lij­ke lief­de’. Door­dat het ver­haal nage­noeg één plaats van han­de­ling kent, name­lijk het eiland, zit er auto­ma­tisch veel lading in dat woord­je ‘gren­zen’. Bij een eiland denk ik aan ‘begrensd’. Ter­wijl bij onvoor­waar­de­lij­ke lief­de juist ‘onbe­grensd’ het eer­ste is dat bij me opkomt. Het is pre­cies deze tegen­stel­ling die voor­al Mikaels moe­der par­ten speelt. De lief­de tus­sen haar en Birk moet wel­haast bui­ten­ca­te­go­rie zijn geweest om elkaar te vol­gen naar zulk een geï­so­leer­de plek en daar de rest van het leven door te bren­gen. Met het gro­te ver­lies waar­mee ze opge­za­deld wordt na de ver­dwij­ning van Birk kan ze ner­gens terecht. Het zelf­ver­ko­zen iso­le­ment keert zich nu tegen haar. Waan­zin ligt op de loer. Ande­re gren­zen drei­gen over­schre­den te worden.

Mikael onder­tus­sen zoekt afwis­se­lend troost bij Karl, die zich op onhan­di­ge wij­ze over hem pro­beert te ont­fer­men om op die manier in een goed blaad­je bij Mikael’s moe­der te komen, of door zich uren op te hou­den in het ver­la­ten huis waar hij dwa­lend door de kamers hele scène’s uit het ver­le­den voor de geest haalt uit de tijd dat zijn vader er nog was. Op een dag ont­dekt hij dat er een meeuw zit te broe­den in de slaap­ka­mer. De meeuw begint te krij­sen om Mikael te ver­ja­gen maar deze heeft geleerd om zich onzicht­baar te maken:

Toen papa nog niet zo lang weg was, ont­dek­te ik hoe je kunt ver­dwij­nen. Op zo’n manier dat ik wel in mama’s buurt kon zijn, maar ze zich niet meer van me bewust was.
[p.109]

Zo ver­strij­ken de jaren zon­der dat er iets wezen­lijks gebeurt. Karl vaart uit om te vis­sen. De bood­schap­pen en post wor­den om de twee weken afge­le­verd door het zwijg­zaam uit­wis­se­len van een mand en een nieuw bood­schap­pen­lijst­je. Moe­der zit in huis of rom­melt in de tuin. Mikael dwaalt over het eiland en helpt Karl af en toe bij het vis sor­te­ren. Wan­neer Birk nog geleefd zou heb­ben had­den ze mis­schien tot in leng­te der tij­den het ‘goed­ko­pe’ leven kun­nen lei­den waar het hem alle­maal om te doen was geweest. Ver weg van de maat­schap­pij. Doch zon­der Birk is het gezin stuur­loos gewor­den. Heel lang­zaam sluipt de gek­te naar bin­nen wan­neer de moe­der van Mikael hem steeds vaker gaat zien als Birk, haar ver­lo­ren man. Lijkt dit in het begin nog voort te komen uit ver­war­ring, gaan­de­weg wordt dui­de­lijk dat zij alle gevoel voor rea­li­teit is verloren.

En Mikael? De arme jon­gen is weer­loos en snapt maar half wat er met zijn moe­der aan de hand is. Op som­mi­ge momen­ten zou hij het liefst weg­lo­pen van deze dof­fe ellen­de en het eiland ver­la­ten, maar tege­lij­ker­tijd durft hij zijn moe­der niet ach­ter te laten. Bang dat hij is dat haar iets over­komt. Zo raakt hij inner­lijk ver­scheurd waar­bij het schuld­ge­voel dat hij dege­ne is die dit alle­maal ver­oor­zaakt heeft ook nog eens als een lood­zwa­re last op hem drukt. Het is dan ook niet ver­won­der­lijk dat Mikael een heel eind mee­gaat in de waan­beel­den van zijn moe­der. Ten­slot­te krijgt hij waar hij al zo lang naar ver­langt. Gene­gen­heid. Dat er gren­zen over­schre­den wor­den is voor hem niet met­een dui­de­lijk. Wie kan het hem kwa­lijk nemen?

Birk is een fas­ci­ne­ren­de roman die je bewust doet zijn van je eigen mach­te­loos­heid bij het aan­schou­wen van een diep men­se­lijk dra­ma.  De ver­tel­trant is mee­sle­pend. Ner­gens wordt het saai of wijd­lo­pig. Het geï­so­leer­de leven op een zo goed als onbe­woond eiland is over­tui­gend neer­ge­zet. Ook wat deze afzon­de­ring voor impact op de bewo­ners kan heb­ben wan­neer het onheil toeslaat.

Mikael woont met zijn ouders op een afge­le­gen eiland tus­sen Schot­land en Noor­we­gen. Op een dag ver­dwijnt zijn vader in zee en ver­zwijgt Mikael wat er is gebeurd. Schuld, troost en ver­wij­ten sta­pe­len zich op, tot zijn moe­der het onmo­ge­lij­ke van hem ver­langt.
Birk is een even teder als beklem­mend ver­haal over men­sen die zelf eilan­den drei­gen te worden.

Birk
Jaap Rob­ben
Uit­ge­ve­rij De Geus
ISBN 9789044532777