De ’80 mannen — 20 vrouwen’-regel

Soms vroeg hij zich af of hij niet gewoon vrouw-onvrien­de­lijk was. In de loop der jaren had­den ver­schil­len­de vrou­wen geklaagd dat bij­na alle schrij­vers die hij bewon­der­de niet alleen dood en blank waren, maar ook man­nen. Hoe­wel ze hem daar­op wezen met het leed­ver­maak van een aan­kla­ger, hecht­te Nate er niet veel waar­de aan. Vrou­wen waren door de eeu­wen heen sys­te­ma­tisch tegen­ge­werkt wat betreft onder­wijs en kan­sen. Ze had­den dom­weg niet zo veel geschre­ven.
Wat hij niet zei — waar­om zou je de aan­kla­ger in de kaart spe­len? — was dat de schrijf­stijl die hem het bes­te lag blijk­baar man­ne­lijk was. De schrij­vers van wie hij het meest onder de indruk was, wer­den niet gedre­ven door per­soon­lij­ke ran­cu­ne. (Ze zou­den bij­voor­beeld niet snel een gedicht met de titel ‘Mama’ schrij­ven.) Dat was natuur­lijk geen nauw­keu­ri­ge karak­te­ri­se­ring van alles, of van het mees­te, wat door vrou­wen werd geschre­ven. Toch was het een feit dat als hij iets las wat zijn bewon­de­ring wek­te, iets wat recen­te­lijk was geschre­ven — fic­tie, non-fic­tie, dat maak­te niet uit — er zo’n tach­tig pro­cent kans was dat de schrij­ver een man was.

[p.75–76, Het lief­des­le­ven van Nat­ha­niel P., Adel­le Waldman]

Natuur­lijk moest ik de proef op de som nemen hoe die ver­hou­ding bij mij zou uit­val­len. Of het repre­sen­ta­tief is dat durf ik niet te zeg­gen want ik heb natuur­lijk veel meer gele­zen dan wat nu in mijn boe­ken­kast staat, maar ik heb alle auteurs geturfd die ik in mijn ver­za­me­ling heb. En wan­neer ik ver­vol­gens de ver­de­ling maak op basis van geslacht, dan kom ik uit op de vol­gen­de verdeling:

80% man­nen
20% vrou­wen

I plead guilty…

Blogda­tum: 15 juni 2014