Hier blijf ik naar luisteren
Stemmen. Altijd wanneer ik langs een flatgebouw kom (bij voorkeur tijdens de invallende duisternis wanneer de eerste lichten aangaan) stel ik me voor wat er aan verhalen schuilgaat achter de vele identieke deuren die de bewoners voor mij verborgen houden. Hoe is hun dag geweest? Wat zijn ze nu aan het doen? Zien ze de toekomst met vertrouwen tegemoet? En de meest intrigerende vraag van allemaal: Wie zijn het die ik niet kan zien maar van wiens leven ik me soms een voorstelling probeer te maken?
Eigenlijk was dit An d’r stad, ik heb me er nooit thuis gevoeld. Het waait hier altijd, dat komt door die hoge gebouwen die of nieuw zijn of lelijk of allebei.
[p.177, Hier blijf ik]
Ergens vind ik het wel jammer dat we geen hond meer hebben. Tijdens de verplichte avondwandeling was er niets zo inspirerend dan een route te kiezen die me langs de (helaas bij ons sporadisch) aanwezige hoogbouw bracht waar ik me dan een tijdlang kon verplaatsen in datgene wat mijn fantasie vermoedde dat zich daar allemaal afspeelde. Met mijn ogen dicht voelde ik me ontvankelijk voor de verhalen die zo’n betonnen kolos bevatte. Het leek of ik ze zelfs kon horen wanneer ik goed mijn best deed. Stemmen.
Jonathan, hou je bek, zegt mijn zus altijd, maar ik ben van mening dat je recht op je doel af moet gaan. Ik heb zoveel collega’s die zijn ontslagen of overgeplaatst of die gewoon veel minder interessant werk zijn gaan doen. […] Elke dag worden ze slapper, de vouwen in hun pakken minder scherp, de blik in hun ogen doffer.
[p.29, Hier blijf ik]
Als je naar een flatgebouw kijkt dan zie je een mini-stad voor je. Het is overzichtelijk. Net zoals wanneer je boven een stad vliegt. Ook dan stel ik me altijd voor wat er zich in al die verschillende huizen onder mij allemaal afspeelt. Eigenlijk is een stad een omgevallen flatgebouw. Daarom werkt het zoveel prikkelender bij mij dan wanneer ik door een straat loop. Dan ontbreekt opeens het overzicht. Misschien komt het omdat ik er te dicht bovenop zit. Het observeren lukt niet goed. Alsof ik niet goed kan scherpstellen. De voordeur zou open kunnen gaan waardoor ik zomaar onderdeel van het verhaal kan worden. Dat is niet wat ik zoek. De afstand moet in stand blijven. Zodat mijn eigen fantasie aan het werk kan.
Ken je die oude lasser van de Compierstraat? […] Als die lasser klaar was, zat ie op een kratje op de stoep voor zich uit te staren. Hij had van die onrustige zwarte handen. ’s Avonds las hij gedichten, van Marsman of Slauerhoff.
[p.61, Hier blijf ik]
Ik denk dat ik daarom het fotoverhaalboek Hier blijf ik door Sanneke van Hassel zo mooi vind. De korte verhalen die zij geschreven heeft bij de foto’s van alledag die haar aangeleverd zijn, komen voort uit háár eigen fantasie. Geef de foto’s aan iemand anders met dezelfde opdracht en je krijgt een compleet andere invulling. Niet dat dit voor mij hoeft. Sanneke van Hassel heeft een set verhalen geschreven die zeer afwisselend van toon zijn en nergens gaan vervelen. Net zoals de grote stad zelf waar de foto’s gemaakt zijn. Wat ik knap vind ik is dat je na een paar verhalen niet meer zelf gaat verzinnen wat het onderwerp van de volgende foto zou kunnen zijn, maar dat je onbewust aanneemt dat wat Van Hassel je gaat vertellen ‘de waarheid’ is. Nadat je het verhaal bij de foto gelezen hebt, zie je de foto ineens door de ogen van de schrijfster. Details die eerst verborgen bleven zijn plots prominent aanwezig. Het lijkt soms alsof de foto’s gemaakt zijn om de verhalen te ondersteunen. Terwijl het natuurlijk andersom is geweest. Nergens heb ik het idee dat de combinatie niet klopt. Of dat het te gezocht, te gemaakt is. Nogmaals, ik vind dat knap.
Al een paar maanden zit ik zonder werk. Mensen moeten voor zichzelf zorgen, is het devies. Maar ik heb gezien hoeveel mensen helemaal niet voor zichzelf kunnen zorgen, laat staan voor een ander.
[p.114, Hier blijf ik]
Ondanks al die gevarieerdheid in toon is er een veelvuldig terugkerend thema in de verhalen aan te wijzen. In de meeste gevallen gaat het om mensen die zich bevinden in de hoek waar de klappen vallen. Sanneke van Hassel geeft deze ‘onzichtbare slachtoffers’ van de grote stad een eigen stem zonder dat het ergens larmoyant wordt. Of het nu om een langdurig werkloze gaat, een verwaarloosd kind, een depressieve zakenvrouw of een uitgebluste carrièreman, allemaal krijgen ze de kans hun verhaal te vertellen zonder al teveel opsmuk. Er spreekt een zekere berusting uit. Alsof ze zich er al lang bij hebben neergelegd dat dit hun lot is. Maar ze lopen er niet van weg. Integendeel. Ze zijn onderdeel van een groter geheel en leiden het leven dat voor hen is weggelegd. Althans, ze leiden het leven zoals Sanneke van Hassel dat voor hen ingevuld heeft. Heel vakkundig orchestreert ze de vele stemmen in haar hoofd tot één groot klankkoor met als eindresultaat een welluidende grote-stadssymfonie die zo mooi klinkt dat ik wel begrijp waarom iedereen hier wil blijven.
Ik geloof dat ik liever een jaar eerder doodga door het fijnstof. Gewoon, in dit huis, waar de wandelschoenen van An bij de deur staan en ik af en toe de keukenklok gelijkzet.
[p.178, Hier blijf ik]
Hier blijf ik biedt een dynamisch portret van de grote stad, waarin verschillende personages dicht op elkaar hun uiteenlopende levens leiden. Voor deze bundel liet Sanneke van Hassel zich een jaar lang inspireren door nieuwe stadsbeelden van jonge fotografen. Verhalen en foto’s gaan een magisch verband aan: voor even wordt de verbeelde stad werkelijk betreden. Dit is een plek om te blijven.
Hier blijf ik
Sanneke van Hassel
Uitgeverij De Bezige Bij
ISBN 9789023487753
2 reacties
Klinkt erg gaaf…! Maar is het nu fictief? Of niet?
De foto’s zijn non-fictie, de korte verhalen (slechts max 2 pagina’s) fictie.