20141026

Ben ik helemaal gek geworden?

Enke­le kilo­me­ters voor de finish werd ik inge­haald door een rood t‑shirt met daar­op de tekst (op de ach­ter­kant anders had ik het nooit opgemerkt):

21,1 km
becau­se I’m only half crazy

Ondanks de pijn in mijn benen en de ste­ken­de blaar onder één van mijn lin­ker­te­nen schoot ik in de lach. Het kan niet genoeg bena­drukt wor­den, humor doet won­de­ren. Ik zet­te nog een keer­tje aan, dacht aan eeu­wi­ge roem en liep uit­ein­de­lijk de hal­ve mara­thon van Doe­tin­chem pre­cies bin­nen de twee uur. Net­jes vol­gens het trai­nings­sche­ma wat ik hal­ver­we­ge de twaalf weken voor­be­rei­ding ben gaan vol­gen omdat het ande­re mij te lang­zaam ging.

De eer­ste minu­ten nadat ik gefi­nis­hed was kon ik geen boeh of bah uit­bren­gen. Maar het is eigen­lijk ver­ba­zing­wek­kend hoe snel je weer her­steld. Gaan­de­weg werd ik ver­vuld door een eufo­risch gevoel. Ik had het toch maar mooi geflikt! Mijn eer­ste hal­ve mara­thon ooit. En dan ook nog eens op de tijd die ik mezelf ten doel had gesteld. Met een sport­drank­je in de hand en een medail­le om mijn nek bleef ik nog een tijd­je staan kij­ken naar de vele hard­loop­fa­na­ten die ofwel bezig waren met een coo­ling-down, ofwel hun laat­ste meters over de atle­tiek­baan lie­pen. Dit alles onder luid applaus van een klein maar fana­tiek groep­je fami­lie, vrien­den en ande­re sportliefhebbers.

Het maak­te me over­moe­dig. In mijn hoofd begon zich een nieuw sche­ma te vor­men. Een­tje dat mij klaar moet gaan sto­men voor een mara­thon. Een wat!? Jaze­ker, een hele marathon.

The Full 42,2 km!

Ik ben bang dat ik hele­maal gek ben geworden…

[foto’s: Timo Steijn­tjes, Rob Kar­stens, Ben Leb­bink]


UITGELICHT want SHARING is CARING

Im Land der Super­bau­ern — door Andre­as Safft

Het was een waar inter­na­ti­o­naal gezel­schap, daar in Doe­tin­chem. En er zaten ook nog eens blog­gers tus­sen! Wat wil je nog meer?

Ich hef­te mich ein paar Kilo­me­ter an die Fer­sen der schnel­len Frauen und dyna­mi­schen Seni­o­ren, mer­ke aber bald – die sind zu schnell für mich! In den fünf Tagen zuvor habe ich in den Nie­der­lan­den fast alles getan, um auch noch mei­ne Rest­form gründ­lich zu rui­nie­ren. Wein, Weib und Gesang for­dern bald ihren Tri­but. An eine Pace von 4:30 ist nicht ein­mal ansat­zwei­se zu den­ken, irgend­wann hal­te ich wenig­stens eine 4:50. Ich sau­ge die gute Stim­mung am Straßen­rand auf. Immer wie­der ste­hen klei­ne­re Grüp­p­chen irgend­wo in der Pam­pa herum und feu­ern uns an. Klasse.