20141110

Mexico, Mexicohoo…

Van­daag las ik een boei­end arti­kel op De Correspondent:

 Na de bestel­de dood van 43 stu­den­ten is de maat vol in Mexi­co (« Sha­ring is Caring «).

Het is een gast­bij­dra­ge door Jan-Albert Hoot­sen die van­uit Mexi­co ver­slag doet bij de gebeur­te­nis­sen in de deel­staat Guer­re­ro waar dui­de­lijk is gewor­den dat 43 ver­mis­te stu­den­ten door een drugs­ben­de op gru­we­lij­ke wij­ze zijn ver­moord. Met mede­we­ten, nee veel erger, met vol­le mede­wer­king van de plaat­se­lij­ke over­heid. Inmid­dels zijn de gevluch­te bur­ge­mees­ter en zijn vrouw opge­pakt samen met nog veel meer cor­rup­te poli­ti­ci en poli­tie­agen­ten. Maar het is de bevol­king niet genoeg. De pro­tes­ten die al van­af het moment van de ver­dwij­ning bezig zijn, gaan gewoon door. Blijk­baar is er een grens over­schre­den en eist men radi­ca­le hervormingen.

Ik ben ver­re van een Mexi­co-des­kun­di­ge en mijn ken­nis van het land is erg sum­mier. Eigen­lijk ben ik me pas de laat­ste jaren iets meer in de geschie­de­nis en cul­tuur van dit land gaan ver­die­pen omdat mijn werk­ge­ver een gro­te fabriek in Chi­hua­hua heeft staan. Niet dat ik veel con­tact heb met mijn Mexi­caan­se col­le­ga’s, maar des­al­niet­te­min kijk ik toch anders naar het nieuws zeker als het zich bij­voor­beeld in de regio afspeelt waar die fabriek staat. Wat met deze 43 stu­den­ten trou­wens niet het geval is.

Een ande­re reden dat ik het arti­kel op De Cor­res­pon­dent met meer dan gewo­ne belang­stel­ling las, heeft te maken met het boek 2666, waar ik momen­teel mid­dels een ‘Read-A-Long’-serie over mijn lees­er­va­rin­gen blog. Het gehe­le vier­de deel, Het deel van de mis­da­den geti­teld, gaat over de mis­da­den in de fic­tie­ve stad San­ta Tere­sa waar jaren­lang de licha­men van meest­al jon­ge vrou­wen en meis­jes gevon­den wer­den. Ver­moord en ver­kracht. Nooit is aan het licht geko­men wie hier ach­ter zat. Was dit het werk van een serie­moor­de­naar? Een drugs­kar­tel? Een per­ver­se groep hoog­waar­dig­heids­be­kle­ders die de macht en het geld had­den om het in de doof­pot te hou­den? (Complot)theorieën te over.

Het feit dat Rober­to Bola­ño zo uit­voe­rig over deze moor­den schreef was de hoofd­re­den dat ik des­tijds deze roman had aan­ge­schaft. De wer­ke­lij­ke plaats waar deze moor­den name­lijk plaats­vin­den is Ciudad Juárez, en laat dat nu wel in de regio zijn waar mijn werk­ge­ver die fabriek heeft staan. Ik vond het een bizar gege­ven dat op een plek waar zove­le van mijn Neder­land­se en Ame­ri­kaan­se collega’s regel­ma­tig naar toe gin­gen voor een zaken­reis, en waar mijn Mexi­caan­se collega’s iede­re dag weer opnieuw op en neer pen­del­den tus­sen werk en huis, dat zich daar zul­ke afschu­we­lij­ke mis­da­den afspeel­den ter­wijl er ogen­schijn­lijk zo wei­nig tegen gedaan werd. In het boek van Bola­ño hoop­te ik er meer over te weten te komen ondanks dat het een fic­tie­ve weer­ga­ve zou zijn.

Alleen kwam ik er niet aan toe om er in te begin­nen. Zoals zo vaak ver­dween ook dit boek in de als­maar groei­en­de berg Nog-Te-Lezen-boe­ken. Geluk­kig zag ik dit jaar een oproep op de site The Mook­se and the Gri­pes (waar ik nog nooit eer­der had rond­ge­neusd) voor een Read-Along van 2666. Ik besloot mee te doen. En nu ploeg ik me aldus een weg door de ein­de­lo­ze opsom­ming van ver­moor­de meis­jes. Elk indi­vi­du­eel geval wordt afstan­de­lijk en op een bepaal­de cyni­sche manier beschre­ven. We zijn getui­ge hoe de poli­tie half­slach­tig werk levert met als voor­naams­te resul­taat dat er geen daders gevon­den wor­den en de dos­siers onver­rich­ter­za­ke geslo­ten worden.

Een wil­le­keu­rig voorbeeld:

Een paar dagen na de moord op Pau­la Sán­chez Gar­cés werd vlak bij de weg naar Casas Negras het leven­lo­ze lichaam aan­ge­trof­fen van een vrouw van onge­veer zeven­tien jaar. Ze was een meter zeven­tig, ten­ger gebouwd en had lang haar. Het lichaam ver­toon­de drie won­den ver­oor­zaakt door een scherp­snij­dend wapen, schaaf­won­den aan pol­sen en enkels en afdruk­ken in de hals. Vol­gens de foren­sisch arts was de dood het gevolg van een van de steek­won­den. Ze droeg een rood T‑shirt, wit­te beha, zwart slip­je en rode naald­hak­ken. Geen broek of rok. Na onder­zoek van een vagi­naal en anaal uit­strijk­je kwam men tot de con­clu­sie dat het slacht­of­fer was ver­kracht. Later ont­dek­te een assis­tent van de foren­sisch arts dat de schoe­nen die het slacht­of­fer droeg min­stens twee maten te groot waren. Er werd geen enkel iden­ti­teits­be­wijs gevon­den en de zaak werd gesloten.

p.602–603, 2666

Zo gaat het maar door, 330 blad­zij­des lang. Vaak raakt bewijs­ma­te­ri­aal zoek of wor­den incom­pe­ten­te recher­cheurs op de zaak gezet. Het is om moe­de­loos van te wor­den en je begrijpt niet dat de plaat­se­lij­ke bevol­king niet in opstand komt.

Op de site van The Mook­se and the Gri­pes is van­af afge­lo­pen vrij­dag dit vier­de deel onder­werp van bespre­king. En één van de vra­gen, mis­schien wel de kern­vraag, is wat Bola­ño pre­cies in gedach­ten heeft gehad met deze con­ti­nue stroom van ver­dwe­nen vrou­wen. Waar­om ruimt hij er zoveel plaats (bij­na een der­de van de com­ple­te roman) voor in? Waar­om beschrijft hij al die onop­ge­los­te zaken zo uit­voe­rig zon­der echt in te gaan op het speur­werk dat de poli­tie ver­richt (of nalaat).

We zijn er nog niet over uit. Maar een arti­kel zoals van Jan-Albert Hoot­sen op De Cor­res­pon­dent geeft mis­schien weer wat aan­vul­len­de infor­ma­tie om Mexi­co en het Mexi­caan­se volk iets­jes beter te begrij­pen. Net zoals een ‘Longread’ op de site van The New York Review of Books:

Mexi­co: ‘We Are Not Sheep to Be Kil­led’ (nog meer « Sha­ring is Caring «)

door Alma Guil­ler­mop­rie­to. Boei­en­de lectuur.