Snelkoken
Twee weken geleden rende ik mijn eerste halve marathon ooit. Binnen de twee uur. Op de maandag erna voelde ik me fit genoeg om een rondje van vijf kilometer te doen om mijn spieren wat losser te krijgen. Want ondanks dat ik me ‘s ochtends superfit voelde verdween dat goede gevoel naarmate de dag vorderde. Bij dat rondje is het vervolgens gebleven. Op dinsdag begon ik verkouden te worden. Woensdag kwam er keelpijn bij. En de daaropvolgende dagen leek het wel of ik continue met koorts rondliep. Bij de minste of geringste onverwachte beweging sloeg de duizeligheid toe. Verstandigheidshalve besloot ik rust te houden voor wat betreft het hardlopen.
Tot gisteren. Eindelijk had ik het idee dat ik helemaal was opgeknapt. Zo snel ik kon vertrok ik dan ook van kantoor om bij de invallende duisternis mijn eerste training op te pakken. Voor de zekerheid hield ik me aan een redelijke snelheid en afstand om niets te forceren, maar wat was het lekker om weer in mijn hardloopoutfit door de straten te snellen. Ik had het gemist!
Alleen vroeg ik me daarna onder de douche af waarvoor ik ditmaal zou gaan trainen. Een marathon? Na afloop van de halve zag ik het wel zitten om dat als een volgende uitdaging aan te gaan. Maar nu, twee weken later kijk ik er iets genuanceerder tegenaan. Nog steeds lijkt me het geweldig om ooit nog eens te doen, maar voorlopig lijkt het me verstandiger door te gaan met het lopen van enkele halve marathons om zo te wennen aan de afstand en te proberen de race ietwat vlakker te lopen dan mijn eerste poging. Weliswaar had ik die precies volbracht op de tijd waarvoor ik twaalf weken had getraind, echter eerlijkheidshalve moet ik zeggen ik veel te snel van start was gegaan en dat ik het tweede deel ronduit langzaam had gelopen. Er is dus op verschillende vlakken veel verbetering mogelijk.
Waar ook verbetering nodig is, is in mijn voedingspatroon. Volgens de literatuur die ik erover heb gelezen, zou ik door de traningsarbeid die ik verricht inmiddels wat kilo’s lichter moeten zijn (waar het mij niet om te doen is) en mijn beginnend buikje minder bollend. Dat is niet het geval. Alles wijst erop dat dit te maken heeft met wat ik eet. Enerzijds eet ik niet dat wat mijn sportprestaties doet verbeteren, anderzijds laat ik niet staan wat mijn fysiek in betere vorm moet krijgen. Toevalligerwijze kreeg ik vandaag de digitale nieuwsbrief van Runner’s world binnen met daarin een link naar het Runner’s world kookboek. Bij nadere bestudering was dat toch niet wat ik zocht. Door verder te lezen kwam ik uit bij Het Hardloperskookboek door Miriam van Reijen en Barbara Kerkhof (« Sharing is Caring «). Dat sprak me meer aan. De bestelling is geplaatst.

Dit is een kookboek voor lopers die zichzelf graag uitdagen en verbeteren. Die af en toe best een wijntje of een biertje willen drinken, maar die ook een fles bietensap soldaat durven maken als ze daar sneller van gaan lopen. Het hardloperskookboek biedt nieuwe wetenschappelijke inzichten in wat nu echt je prestaties bevordert. En alle broodjeaapverhalen krijg je erbij om te lachen. Maar vooral is het een boek met originele recepten voor sporters, meestal verantwoord maar altijd lekker.