Etta & Otto & Russell & James — Emma Hooper

Terug naar de kust

Etta leeft al heel erg lang samen met Otto. Zo lang, dat zij gaan­de­weg Otto’s dro­men droomt. Die gaan voor­al over vroe­ger. Hoe Otto in de oce­aan ver­zeild raakt. En dat er aller­lei vre­se­lij­ke din­gen plaatsvinden.

Ze werd hele­maal opge­slokt en stond dan in het water, in een lan­ge broek, op een grijs strand, aan alle kan­ten omringd door schreeu­wen­de man­nen, tot aan haar knie­ën in bloed, en soms stond ze daar met een lepel of een hand­doek in haar hand en soms met niets. Nacht in, nacht uit.

[p. 42, Etta & Otto & Rus­sell & James]

Etta weet soms bij het ont­wa­ken niet meer dat zij Etta is. Daar­om draagt zij brief­jes met zich mee waar­op ze geschre­ven heeft wie zij is. Waar ze woont. En wie haar echt­ge­noot is. Ach­ter de naam van haar echt­ge­noot staat geschre­ven: Militair/Landbouwer.

Ik stel me voor dat Otto mee­ge­voch­ten heeft tij­dens de inva­sie van Nor­man­dië. De beslis­sen­de aan­val die uit­ein­de­lijk de Duit­se neder­laag in WO-II tot gevolg had begon met een ver­ras­sings­aan­val van­uit zee waar­bij veel doden en gewon­den vie­len te betreu­ren. Voor de bevrij­ding van Euro­pa moest een zwa­re prijs betaald wor­den. Otto wist te over­le­ven maar keer­de gees­te­lijk zwaar geha­vend terug naar zijn vader­land Cana­da. Voort­aan zit hij gevan­gen in zijn her­in­ne­rin­gen aan deze trau­ma­ti­sche ervaring.

Aldus drukt de oor­logs­tijd een alles­be­pa­lend stem­pel op het leven van Otto.

En op dat van Etta.

En van Rus­sell natuurlijk.

Het boek van Emma Hoo­per leest als een sprook­je. Fel-rea­lis­tisch maar poë­tisch ver­teld. Een sprook­je met voor mij als belang­rijk­ste the­ma: bevrijding.

Met de terug­keer van Otto valt alles in het slot. Want heel even leek het erop dat de levens van Etta en Rus­sell een ande­re wen­ding had­den kun­nen nemen wan­neer Otto in dat ver­re land was geble­ven waar hij zo vast­be­ra­den naar ver­trok­ken was.

‘Je komt terug?’ Rus­sell hield in, ver­be­ter­de zich­zelf: ‘Ik bedoel, zo bedoel ik het niet. Ik bedoel, je blijft toch niet daar­ginds, als het alle­maal ach­ter de rug is?’

[p.216, Etta & Otto & Rus­sell & James]

Emma Hoo­per slaat in haar boek de gehe­le peri­o­de over die er is van­af de dag dat Etta naar het sta­ti­on ver­trekt om Otto op te wach­ten tot aan de dag dat zij hei­me­lijk in het holst van de nacht het huis ver­laat om een voet­tocht rich­ting zee te begin­nen. Een tocht van 3232 kilo­me­ter die zij op twee­ën­t­ach­tig­ja­ri­ge leef­tijd onder­neemt. Dat bete­kent dat er grof­weg zes­tig jaar wordt over­ge­sla­gen wan­neer het ver­haal weer ver­der­gaat. Als­of het leven al die tijd heeft stil­ge­staan. Zo inter­pre­teer ik het dan ook.

Pas met de onver­wach­te actie van Etta wordt de impas­se door­bro­ken. Ze gaan weer leven. Hoe­wel het niet van­zelf gaat. Otto heeft voor­al tijd nodig om te wen­nen aan de een­zaam­heid die Etta voor hem ach­ter­laat. Pas dan kan hij zijn nieu­we leven vorm geven. En ook Rus­sell heeft een duw­tje van Etta nodig:

‘Je bent hier omdat jij aan de beurt bent, ein­de­lijk,’ zei Etta. ‘Het is triest dat je vond dat je mijn toe­stem­ming nodig had, maar goed. Ga maar, Rus­sell. Ga doen wat je wil, waar­heen je wil. Doe het alleen en doe het nu, omdat je het wil en omdat je het mag en omdat je het kan. Je had het altijd gekund als je het maar echt wilde.’

[p.153, Etta & Otto & Rus­sell & James]

Wat ik voor­af niet ver­wacht had moet ik na lezing vol­mon­dig toe­ge­ven, dit boek van Emma Hoo­per heeft me bij­zon­der ont­roerd. Ik heb het meest­al niet op al te zoet­sap­pi­ge ver­ha­len en geluk­kig weet Emma Hoo­per door een juis­te mix van lach en traan te voor­ko­men dat haar ver­tel­ling in mijn ogen te sen­ti­men­teel wordt. Ter­wijl ze gro­te onder­wer­pen zoals oor­log, ver­bo­den lief­de, dood­ge­bo­ren kin­de­ren, demen­tie ner­gens uit de weg gaat. Dat getuigt van gede­gen schrij­ver­schap. De geko­zen ver­tel­wij­ze van de flash­backs gedu­ren­de de tocht die Etta onder­neemt pakt erg goed uit. Naar­ma­te haar reis vor­dert leren we Etta en tege­lijk ook Otto en Rus­sell in al hun een­voud steeds beter ken­nen. Op het laatst wor­den de hoofd­stuk­ken steeds kor­ter. Toch heb je als lezer niet de nei­ging alles snel af te raf­fe­len om zo het ein­de te kun­nen lezen. Eigen­lijk weet je wel hoe het afloopt. De vele wit­ge­deel­tes had­den op mij het effect dat ik ging reflec­te­ren op wat ik gele­zen had. Het wer­den pau­zes waar­in ik even kon ver­dwij­nen in mijn eigen gedach­tes bij de ver­tel­ling. Heel bijzonder.

Ik wil het boek Etta & Otto & Rus­sell & James daar­om aan ieder­een aan­ra­den om op die manier de won­de­re wereld van Emma Hoo­per te onder­gaan. Al is het maar om ken­nis te nemen van James.

Otto vind op de keu­ken­ta­fel van zijn afge­le­gen boer­de­rij in Sas­kat­che­wan een afscheids­brief van zijn vrouw. Etta heeft beslo­ten dat ze nog voor haar dood — ze is twee­ën­t­ach­tig — de oce­aan wil zien. Ze begint te lopen: het is nog 3232 kilo­me­ter tot de kust.
Otto ging ooit zelf op reis, om te vech­ten in een ver land. Nu Etta weg is, krij­gen de demo­nen uit de oor­log weer vat op hem. Hun buur­man Rus­sell volgt vast­be­ra­den het spoor van Etta, zijn hei­me­lij­ke gro­te lief­de. En James, tja, die moet je op papier ontmoeten.

Etta & Otto & Rus­sell & James
Emma Hoo­per
Uit­ge­ve­rij Podi­um
ISBN 9789057596889