In de supermarkt kwam ik vanochtend onze dochter tegen. Ik vroeg hoe het ging met een van haar twee konijnen. Eerder deze week had ze namelijk gezien hoe die wat met z’n achterpoot hinkte. Op woensdag besloot ze toch maar eens naar de dierenarts te gaan en die constateerde dat het gebroken was. Remedie: amputatie.
Zo gezegd zo gedaan. Het konijn moest een nachtje overblijven en de volgende dag mocht ze weer naar huis. Een pootje armer. Dat wel.
En hoe zijn de jongens1 eronder? wilde ik natuurlijk ook weten. Ik kon me voorstellen dat ze met hun leeftijd van 5 en 7 jaar er misschien toch wel wat moeite mee konden hebben. Noah wilde alleen maar weten hoe het allemaal in z’n werk was gegaan, aldus onze dochter. Maar Milan hing ondertussen stilletjes zijn jasje op aan de kapstop terwijl er grote tranen over zijn wangen biggelden. Hij vond het zo zielig voor het konijn nu het binnenkort nog maar drie pootjes zou hebben.
We stonden midden in de supermarkt en ik zag hoe ze zelf vochtige ogen kreeg bij het vertellen van dit voorval.
Thuisgekomen ruimde ik alle boodschappen op mijn gemak op in afwachting van mijn Inge die naar de stad was. Niet veel later was ook zij thuis en zaten we aan de keukentafel met een kopje koffie. Ik zei dat ik onze dochter was tegengekomen in de supermarkt. Of ze nog iets te melden had over het konijn, wilde Inge weten. Aarzelend begon ik te vertellen. Toen ik bij de reactie van Milan was aangekomen stond ik op om nog wat koffie in te schenken zodat ze niet hoefde te zien hoe ik tranen in mijn ogen kreeg bij het beeld van dat kleine jongetje met zijn jasje nog in de hand vol van verdriet over een konijn dat voortaan een pootje zou moeten missen.
~ ~ ~
onze kleinkinderen dus ↩