Dinsdag, 30 december 2014

De val van Jakob Duikelman — Anne-Marieke Samson

Na de val

In sei­zoen 3 van de serie Hom­e­land komt een afle­ve­ring voor waar­in twee hoge func­ti­o­na­ris­sen van elkaar bestrij­den­de inlich­tin­gen­dien­sten een ont­moe­ting heb­ben. Al hun hele leven lang zijn ze bezig met het opzet­ten en onder­hou­den van uiterst inge­wik­kel­de (contra)spionage net­wer­ken. Dat de waar­heid daar­bij geweld moet wor­den aan­ge­daan besef­fen ze alle­bei ter­de­ge. Het doel hei­ligt de mid­de­len. Wat mij zo trof in die sce­ne was de beken­te­nis van een van hen door te ver­zuch­ten dat alles uit­ein­de­lijk toch anders uit­pakt dan gepland. Je kunt niet alles controleren.

Jakob Dui­kel­man is een man die hier een wij­ze les uit had kun­nen trek­ken. Hij leeft nog met het idee dat een leu­gen­tje om best­wil alleen maar zijn gezin ten goe­de komt. Het pro­bleem is dat hij het niet bij een enkel leu­gen­tje laat. Al snel komen we erach­ter dat Jakob een heel web van leu­gens bij elkaar heeft ver­zon­nen waar hij zelf ook niet meer pre­cies van weet hoe het in elkaar steekt. Niet dat hij dit zelf zal toe­ge­ven. Jakob blijft tot aan het eind in de ver­on­der­stel­ling dat hij bij mach­te is om elke situ­a­tie naar zijn hand te zet­ten. Een vorm van hoog­moed waar­van we alle­maal weten waar­toe die zal leiden.

Wat ik ver­ras­send vond aan de ver­tel­con­struc­tie waar­bij ver­schil­len­de per­so­na­ges gevolgd wor­den, is de intro­duc­tie van Jos en Lia Voor­ma in het laat­ste hoofd­stuk. Zij zijn de buren van Jakob en ver­te­gen­woor­di­gen min of meer de alge­me­ne opi­nie in alle wis­pel­tu­rig­heid. Van een afstand (over de schut­ting) geven ze com­men­taar bij de teloor­gang van Jakob.  Mooi is dat het daar­na niet stopt. Het leven gaat door. Ook zon­der Jakob. Dat is mis­schien wel de meest ont­luis­te­ren­de bood­schap van deze roman. Alle goe­de bedoe­lin­gen van Jakob ten spijt, loopt alles com­pleet anders dan hij voor ogen had en nie­mand die daar ach­ter­af echt rou­wig om is.

Loo­king back over the pages we have alrea­dy read and mar­ked, or coming back to the novel months, may­be years later, we get a strong sen­se of our own posi­ti­on in rela­ti­on to the writer’s posi­ti­on. […] The­se days, going back to rea­ding the books that have remai­ned sin­ce uni­ver­si­ty days, I see three or four lay­ers of com­ments, per­haps in dif­fe­rent colo­red pens. And I sen­se how my posi­ti­on has chan­ged, how I have changed.

[A weapon for rea­ders — Tim Parks]

Nadat ik De val van Jakob Dui­kel­man door Anne-Marie­ke Sam­son had gele­zen bleef ik ach­ter met een ambi­va­lent gevoel. Tegen­over het feit dat ik met bij­zon­der veel ple­zier dit debuut heb gele­zen staat het ver­wijt dat ik vind dat het ver­haal een bepaal­de diep­gang mist. De vraag is of dit een terecht ver­wijt is wan­neer men bedenkt dat het boek gebracht wordt als een ‘scher­pe tra­gi­ko­me­die over een amb­te­naar vol volks­woe­de’. Qua gen­re (hoe­wel ik eer­der geneigd zou zijn om het boek te bestem­pe­len als absur­dis­tisch) past het dan mis­schien niet, maar het is de schrijf­stijl van Sam­son die op som­mi­ge momen­ten zo over­rom­pe­lend ori­gi­neel is, dat je hoopt toch wat meer te lezen te krij­gen van de diep­ste zie­le­roer­se­len die Jakob en de zij­nen beweegt. Het blijft bij hoop die (nog) niet inge­lost wordt.

Type­rend is een pas­sa­ge als:

Zijn moe­der heeft gelijk, bedenkt hij als hij weg­loopt. Hij moet inder­daad eens op bezoek bij zijn broer. Hij moet bin­nen­kort eens uit­zoe­ken in wel­ke inrich­ting die zit weg te kwijnen.

[p.154, De val van Jakob Duikelman]

Dit is alles wat we te lezen krij­gen over het ‘onvrij­wil­lig onge­luk dat Bram heet­te’. Het past geheel bin­nen de opzet van de roman om dit toch niet onbe­lang­rij­ke voor­val ter­loops aan de orde te bren­gen, maar ergens blijft het ook kna­gen dat er niet ver­der op wordt ingegaan.

Terug naar het citaat van Tim Parks. Waar­om heb ik het opge­no­men in deze bespre­king? Voor­na­me­lijk om ook nog een ande­re ambi­va­len­tie te ver­woor­den. Een­tje die meer te maken heeft met mijn eigen ont­wik­ke­ling (als lezer). Ik ben benieuwd wat ik van dit boek gevon­den zou heb­ben een tig­tal jaren terug. Hoogst­waar­schijn­lijk had ik me toen niet (of veel min­der) druk gemaakt om de diep­gang waar­van ik nu vind dat die ont­breekt. Inte­gen­deel, ik zou het boek aan­ra­den aan mijn vrien­den van­we­ge de droog­ko­mi­sche stijl (lachuh!) en de vele venij­ni­ge ste­ken onder water die Sam­son op aller­lei gebied uit­deelt. Een tref­fen­de per­si­fla­ge op onze heden­daag­se samen­le­ving waar­in cynis­me over­heerst en we ons gek laten maken door de (soci­al) media. Of iets dergelijks.

Nu is dat blijk­baar niet meer genoeg voor mij. Maar ik denk dus tevens dat het dit boek en de schrijf­ster niet te ver­wij­ten valt. Het is eer­der de ver­zuch­ting van een oude man die af en toe moei­te heeft om genoe­gen te nemen met de luch­ti­ge manier waar­op een ver­haal ook gebracht kan wor­den. Of mis­schien is het wel het onge­duld met een schrijf­ster die in mijn ogen zoveel in haar mars heeft dat je zou wen­sen dat het er nu al uit had moe­ten komen. Geduld is een scho­ne zaak dus blijf ik Anne-Marie­ke Sam­son zeker vol­gen in al het moois wat onge­twij­feld nog gaat volgen.

Als laat­ste wat opmer­kin­gen in het ver­leng­de van wat ik gis­ter al schreef met betrek­king tot enke­le fout­jes in de tekst. Natuur­lijk gaat het mij niet om de opge­som­de druk­fou­ten. Dat was slechts gedaan als een flau­we opmaat naar deze blog­post. Waar ik me wel lich­te­lijk aan heb gestoord zijn een aan­tal incon­sis­ten­ties in het verhaal.

Zo is daar bij­voor­beeld de pas­sa­ge waar Mai voor de eer­ste keer Jakob ontmoet:

‘Wie is dat?’ vroeg ze aan de kop­te­le­foon.
‘Dat is Jakob, let maar niet op hem. Hij ligt in een schei­ding.‘
Schei­ding, dacht Mai opge­to­gen. Dus hij is getrouwd.

[p.57, De val van Jakob Duikelman]

Om dan ver­vol­gens een stuk ver­der te lezen:

Er was voor Mai geen gro­te­re schok moge­lijk. Nooit had Jakob haar iets ver­teld dat hij eer­der getrouwd was geweest, …

[p.65, De val van Jakob Duikelman]

Of wan­neer Jakob op maan­dag tij­dens een ver­hoor met een asiel­zoe­ker terug­denkt aan zijn doch­ter Disi:

Jakob voelt het bloed uit zijn gezicht weg­trek­ken als er onwil­le­keu­rig beel­den van de ver­war­de Disi die hij gis­te­ren op het poli­tie­bu­reau aan­trof lang­zaam terug­ko­men in zijn herinnering.

[p.209, De val van Jakob Duikelman]

Zo zijn er meer te vin­den. Juist in een ver­haal wat het moet heb­ben van al die leu­gens is het belang­rijk dat de inter­ne logi­ca over­eind blijft, anders is het voor de lezers onmo­ge­lijk om nog enigs­zins te vol­gen hoe het ver­haal in elkaar steekt. Zon­der dat het iets af doet aan het lees­ple­zier geeft het nog maar eens aan hoe gecom­pli­ceerd het spin­nen van een web vol leu­gens is. Niet alleen Jakob raakt af en toe het over­zicht kwijt.

Jakob Dui­kel­man slijt de stof­fi­ge dagen van zijn amb­te­na­ren­be­staan op zijn saaie minis­te­rie, afde­ling 3F: oor­logs­mis­da­den. Het leven is zin­loos en waar­om moet het zin heb­ben? Dat zegt Jakob regel­ma­tig tegen wie het maar wil horen. Maar als Jakob ver­neemt dat hij niet lang meer te leven heeft, houdt hij dat angst­val­lig geheim voor zijn mooie Thai­se vrouw Mai en zijn puber­doch­ter Disi. Ter­wijl hij zich een weg baant door zijn strak­ge­span­nen web van leu­gens, raakt Jakob onver­wacht in con­flict met een Nige­ri­aan­se ron­se­laar van kindsoldaten

De val van Jakob Dui­kel­man
Anne-Marie­ke Sam­son
Uit­ge­ve­rij De Arbei­ders­pers
ISBN 9789029589505