Woensdag, 7 januari 2015

Blad­zij­de 268 en verder…

Bezoe­kers die hier wat vaker langs­ko­men weten dat ik er zo af en toe een stuk­je fic­tie tegen­aan gooi. Meest­al met een open ein­de. Daar hou ik wel van. Ik ga dan ook zel­den of nooit in op de vele *kuch* ver­zoe­ken om er een ver­volg op te schrij­ven. Inte­res­san­ter vind ik het wan­neer de lezer zelf een voor­stel­ling maakt van hoe het afloopt. Er moet wat te raden overblijven.

Ik stond daar­om in dubio wat te doen toen ik een­maal op blad­zij­de 268 was aan­ge­ko­men in de nieu­we roman van Koen van Wiche­len, geti­teld De barm­har­ti­gen. Slechts enke­le blad­zij­des eer­der had ik nog gele­zen, ‘Dit is waar het ver­haal ein­digt.’ En daar was ik het hele­maal mee. Niet dat ik geen vra­gen had, maar is dat niet de kern van ons leven hier op aar­de? Dat we nooit kun­nen door­gron­den waar­om de din­gen gaan zoals ze gaan?

Het pro­bleem was alleen dat het boek nog een klei­ne 200 blad­zij­des voor mij in pet­to had.

Wat had ik tot dus­ver­re gele­zen? In het kort: hoe mid-veer­ti­ger David Sores op een dag besluit het boek te schrij­ven dat naar later blijkt zijn hele leven com­pleet op de kop zet. De vraag: wat staat er in dat boek? Het ant­woord: lees Hij was mijn vader. Want dat is wat volgt op blad­zij­de 268. De inte­gra­le ver­sie van het debuut van David Sores. Een boek in een boek dus.

En ik twij­fel­de. Zou ik niet teleur­ge­steld gaan wor­den door het debuut van David Sores? Dat is name­lijk in mijn ogen het gevaar wan­neer je de ver­wach­tin­gen hoog hebt opge­schroefd in de eer­ste 268 blad­zij­des van het ver­haal. David heeft een boek geschre­ven waar­in hij zich scherp afzet tegen het gebied waar hij is opge­groeid. Daar­van krij­gen we al het nodi­ge te lezen en maakt voor een deel begrij­pe­lijk waar­om de din­gen gaan zoals ze gaan wan­neer hij voor een sig­neer­ses­sie terug­keert naar zijn voor­ma­li­ge woonplaats:

… hij houdt niet van zijn geboor­te­streek. In zijn roman wor­den de inwo­ners onder ande­re ‘rand­de­bie­le hol­be­wo­ners’, ‘kwij­len­de mon­go­len met los­se hand­jes’ en ‘fas­cis­to­ï­de var­kens’ genoemd. En de noor­de­lijk gele­gen pro­vin­cie waar de ver­tel­ler zijn jeugd door­bracht, heet con­se­quent ‘de Hel van het Noor­den’ en wordt omschre­ven als een ‘AA-gebied (Ach­ter­lijk Argra­risch gebied), een nego­rij zo vlak en onwel­rie­kend als een koei­en­vlaai, een land van vee­teelt en inteelt waar de kat­jes en de kut­jes stee­vast in het don­ker gekne­pen wor­den, waar meer bees­ten dan men­sen wonen en de alom­te­gen­woor­di­ge mest­geur de gees­ten bene­velt en aan­zet tot onrei­ne gedach­ten, ontucht en alge­he­le losbandigheid’.

[p.162, De barmhartigen]

Onbe­wust had ik mezelf al gaan­de­weg een eigen voor­stel­ling gemaakt bij wat er alle­maal in Hij was mijn vader geschre­ven stond. Wat nu wan­neer Hij was mijn vader slechts een slap aftrek­sel was van wat ik er met mijn op hol gesla­gen fan­ta­sie van had gemaakt? Zou het met terug­wer­ken­de kracht ook het eer­ste deel min­der krach­tig maken?

Een ander pro­bleem waar ik mee wor­stel­de was ‘de ver­tel­stem’. In het eer­ste deel is het de schrij­ver Koen van Wiche­len (waar ik tot dan toe nog nooit iets van had gele­zen) die op gran­di­o­ze wij­ze de lot­ge­val­len van David Sores tot ons brengt. Hij ver­telt ‘over’ David Sores. Maar in het twee­de deel moet hij zich com­pleet ver­plaat­sen ‘in’ David Sores om zo op authen­tie­ke wij­ze het boek te schrij­ven zoals ‘de ech­te’ David Sores het geschre­ven zou heb­ben. Dat leek me een hele tour de for­ce. Ik was niet zozeer bang om een slecht twee­de deel te lezen (want mij lijkt onder­tus­sen wel dat Koen van Wiche­len van schrij­ven weet), eer­der dat het niet uniek zou zijn. Teveel een boek door Koen van Wiche­len dan door David Sores.

Ben ik nog te vol­gen, trouwens?

Dat ligt niet alleen aan mij. Ook een beet­je aan Koen van Wiche­len. Hij speelt in De barm­har­ti­gen (inclu­sief Hij was mijn vader) op ver­schil­len­de niveau’s met de lezer. Via Hij was mijn vader door het fic­tie­ve per­so­na­ge David Sores intro­du­ceert hij een extra laag met betrek­king tot een vraag­stuk waar lezers en recen­sen­ten zich toch al vaak mee bezig­hou­den: in hoe­ver­re is een roman auto­bi­o­gra­fisch? Ik heb het niet opge­zocht, maar mis­schien is het wel zo dat Koen van Wiche­len zelf uit het noor­den van Bel­gië van­daan komt. Zou Hij was mijn vader op ware fei­ten geba­seerd kun­nen zijn? Of is het de bedoe­ling van Van Wiche­len dat we dit juist niet gaan den­ken, getui­ge het gesprek dat David Sores heeft met een verpleegster:

‘… Ze ver­gis­sen zich. Ik heb niets tegen het Noor­den, inte­gen­deel. Ik hou juist van deze streek. Ik ben hier ver­dom­me gebo­ren!
‘Maar waar­om schrijf je dat dan niet? Waar­om schrijf je er zo’n nega­tief boek over? Dat begrijp ik niet. Waar is dat goed voor? Dat is toch om pro­ble­men vra­gen?’

‘Ik vraag hele­maal ner­gens om. Mijn boek is fic­tie. Dat schijnt ieder­een te ver­ge­ten. Ik heb een roman geschre­ven, geen rap­port of een ver­slag in de krant. Mijn boek bevat de waar­heid niet en pre­ten­deert dat ook niet. Het is lite­ra­tuur. Je mag het voor­al niet let­ter­lijk nemen.’

[p.180, De barmhartigen]

Dit is een sterk plei­dooi om als lezer niet in de valkuil te trap­pen om al te zeer in het gele­ze­ne de schrij­ver te wil­len her­ken­nen. Maar wel een plei­dooi door David Sores. Wie zegt dat het geen paro­die is van Koen van Wiche­len? Dat hij juist pro­beert een rook­gor­dijn op te wer­pen zodat het boek dat hij niet onder zijn eigen naam durf­de te schrij­ven nu toch geschre­ven is. Hoe­zo auto­bi­o­gra­fisch? Echt niet? Hij is toch zeker David Sores niet?

Kort­om, je kunt best wel ver­dwaald raken in De barm­har­ti­gen. Op een pret­ti­ge en de lite­rai­re zin­nen prik­ke­len­de manier. Daar­om besloot ik uit­ein­de­lijk toch ver­der te lezen.

STEL JE VOOR: een niets­be­te­ke­nen­de veer­ti­ger met een knoert van een mid­li­fe­cri­sis en een dito drank­pro­bleem schrijft een boek. En onver­wachts wordt dat een best­sel­ler. Dat is pre­cies wat David Sores over­komt in De barm­har­ti­gen. De drie­ën­der­tig druk­ken leg­gen hem geen wind­ei­e­ren, maar zijn zor­gen zijn niet ach­ter de rug. Inte­gen­deel, hij krijgt er alleen maar bij. Zijn boek heeft bij bepaal­de men­sen een snaar geraakt die hij lie­ver onge­moeid had gelaten.

De barm­har­ti­gen
Koen van Wiche­len
Uit­ge­ve­rij Man­teau
ISBN 9789022329948

Een suc­ces­vol feno­meen in Ame­ri­ka en Groot-Bri­tan­nië waait voor het eerst over naar Uit­ge­ve­rij Man­teau. Koen Van Wiche­lens lang­ver­wach­te twee­de roman De barm­har­ti­gen zal een vir­tu­e­le rond­reis maken in Vlaan­de­ren en Neder­land. Drie weken lang, van 5 tot en met 23 janu­a­ri, zal zijn nieuw­ste boek afwis­se­lend op ver­schil­len­de blogs ver­schij­nen in de vorm van een recen­sie, inter­view of column. Lees het pro­gram­ma hieronder!

5 janu­a­ri: De Per­fec­te Buren Lees­club => Blogtour ‘De barm­har­ti­gen’ — Koen van Wiche­len
7 janu­a­ri: PETEPEL => Blad­zij­de 268 en ver­der…
9 janu­a­ri: Het kraai­en van De Haan => Erbar­me dich — blogtour ‘De barm­har­ti­gen’
12 janu­a­ri: Ver­beel­ding => De Barm­har­ti­gen
14 janu­a­ri: Bibli­o­the­ca­ris in blog => De barm­har­ti­gen
16 janu­a­ri: Door Suzan­ne => Een roman over een roman
19 janu­a­ri: De wereld van Hen­drik-Jan => Begin­nen bij het begin
21 janu­a­ri: https://dobbinga.wordpress.com/
23 janu­a­ri: http://connieflipse.blogspot.be