Woensdag, 14 januari 2015

Gewoon doe het!

De eer­ste meters naar bui­ten zijn de zwaar­ste, zo las ik ooit over het hard­lo­pen. Dat klopt hele­maal. Toen ik een­maal meer­de­re keren per week ging trai­nen viel het me op dat ik veel meer moei­te had om op een door­de­week­se avond te gaan ren­nen ver­ge­le­ken met de zon­dag­och­tend. Voor­al als ik eerst bij thuis­komst met­een aan het avond­eten begon was ik daar­na niet meer naar bui­ten te krij­gen. Maar ook even plaats­ne­men aan de keu­ken­ta­fel om met een kop kof­fie de dag door te spre­ken is al fataal.

Nu heb ik het alweer lan­ge­re tijd onder de knie. Zolang ik maar uiter­lijk om zeven uur ’s avonds thuis ben ga ik hard­lo­pen. Later vind ik niet fijn want ik eet nooit van­te­vo­ren en als ik dan kies voor eerst te gaan hard­lo­pen en daar­na pas te gaan eten voelt dat niet fijn. Dus dat is de regel gewor­den: staat er ’s avonds een trai­nings­rond­je gepland, dan zorg ik ervoor op tijd thuis te zijn. Lukt dat, dan is het zorg om zo snel moge­lijk mezelf om te kle­den en weer naar bui­ten te gaan. Weer of geen weer. Net zoals in die commercials.

Gewoon doe het!

En vol­hou­den.

Je zult zien dat het van­zelf mak­ke­lij­ker wordt. Met een beet­je geluk bereik je zelfs een (omslag)punt dat je al op je werk gaat uit­zien naar dat rond­je ren­nen van die avond. Je kunt haast niet wach­ten je laat­ste klus van de werk­dag af te ron­den en naar huis te gaan. Daar staan je ren­schoe­nen  al te trap­pe­len van onge­duld. Heerlijk!

Tot­dat je ziet dat het sche­ma aan­geeft dat er van­avond slechts 4 km gerend hoeft te wor­den. Ik moet toch nog erg wen­nen aan dat nieu­we plan van Sportrusten.