20150210 — dinsdag

Werk­ne­merste­vre­den­heids­on­der­zoek

Wan­neer we de vori­ge enque­te had­den gehad, vroeg een nieu­we col­le­ga ons tij­dens de lunch. We keken hem een beet­je mee­wa­rig aan. Met zijn pove­re zeven dienst­ja­ren had hij natuur­lijk nog niets mee­ge­maakt. De ploeg­baas, een oude rot in het vak, ging er eens goed voor zit­ten. Luis­ter jochie, zo begon hij, dit speel­de zich alle­maal af in de tijd van pot­lood en papier. Iets waar­van jij je natuur­lijk geen voor­stel­ling meer kunt maken. Ieder­een moest lachen.

Niet veel later zaten we gebo­gen over een for­mu­lier waar­bij het de kunst was om met een slecht­ge­sle­pen pot­lood minie­me rond­jes in te kleu­ren om aan te geven hoe tevre­den wij in het alge­meen en nog vaker in het bij­zon­der waren. Het ver­ra­der­lij­ke zat ‘m in de meer­maals ver­mel­de waar­schu­wing dat iede­re over­tre­ding in de vorm van uit­schie­ters bui­ten de lijn­tjes de gehe­le oefe­ning als niet meer gel­dig zou clas­si­fi­ce­ren. In het zweet des aan­schijns van PZ pro­beer­den wij vast­be­ra­den maar met onvas­te hand zo goed en kwaad als moge­lijk ons bedrijf te raten.

Ergens hal­ver­we­ge de ons gegun­de tijd viel iemand van zijn stoel. En na afloop kre­gen we een appel voor de dorst. Bij de kof­fie­hoek zag ik onze nieu­we col­le­ga terug. Hij had het door­staan en hoor­de er nu echt hele­maal bij. Maar ook voor mij, die toch al eens eer­der in lang ver­vlo­gen tij­den zulk een onder­zoek had mee­ge­maakt, was het opnieuw een bij­zon­de­re erva­ring geweest. Een­tje die me nog lang zal bij­blij­ven bedacht ik toen ik een aan­te­ke­ning in mijn agen­da maak­te. Daar­na ging ik over tot de orde van de werkdag.


Reacties

  1. Elja

    Kijk, Pete­pels stuk waar­van ik weer niet weet wat echt is en wat niet. Waar­om dat heer­lijk is, zal ik nooit begrijpen.

    1. Peter Pellenaars

      Zolang je er van kunt genie­ten doet het waar­heids­ge­hal­te er niet zoveel toe. Toch?

  2. Linda Kwakernaat

    *Ergens hal­ver­we­ge de ons gegun­de tijd viel iemand van zijn stoel.*
    Whahaha

    1. Peter Pellenaars

      Onge­lo­gen waar. Hoog­uit dat het iets meer aan het begin dan hal­ver­we­ge was.