20150214 — zaterdag

De ene dak­lo­ze is de ande­re niet

Toen ik van­och­tend mijn auto gepar­keerd had en de super­markt bin­nen­liep voor de weke­lijk­se bood­schap­pen­dienst werd ik door een onbe­ken­de man aan­ge­spro­ken. Hal­lo, zei hij in een mij vreemd dia­lect. Ik zei het­zelf­de en vroeg me af of ik hem soms ergens van moest ken­nen. Er gin­gen geen bel­le­tjes rin­ke­len of lamp­jes bran­den. Het bleef een onbe­ken­de man. Voor­dat ik hem kon vra­gen van­waar deze har­te­lij­ke begroe­ting hield hij een krant­je omhoog. Natuur­lijk, ik had het kun­nen weten. Als­nog deden de bel­le­tjes en lamp­jes hun werk. Mezelf excu­se­rend liep ik ver­der de win­kel in met een gebaar waar­van ik hoop­te dat de man zou begrij­pen dat ik geen con­tant geld op zak had.

Een klein half uur­tje later stond ik af te reke­nen bij de kas­sa. Bij de uit­gang zag ik de ver­ko­per van de dak­lo­zen­krant staan. Ieder­een werd ver­wel­komd met een vrien­de­lijk woord. Toch wek­te hij bij mij geen sym­pa­thie op. In tegen­stel­ling tot de man die er tot aan Kerst­mis vorig jaar altijd had gestaan. Voor hem zorg­de ik elke zater­dag altijd mini­maal twee euro bij de hand te heb­ben. Als tegen­pres­ta­tie kreeg ik stee­vast een bre­de glim­lach. Het was voor mij zelfs reden om een nieuw geo­pen­de super­markt dich­ter bij ons in de buurt links te laten liggen.

Nadat ik de bood­schap­pen in mijn auto had gelegd bleef ik treu­ze­len bij de win­kel­wa­gen­tjes. In mijn por­te­mon­nee zag ik enke­le munst­stuk­ken. Zou ik de nieu­we ver­ko­per cq dak­lo­ze als­nog wat geven? Zon­der pre­cies te weten waar­om liet ik het geld in mijn por­te­mon­nee zit­ten en ver­trok naar huis. Onder­weg vroeg ik me af wat me tegen­ge­hou­den had. Was het zijn onsym­pa­thie­ke voor­ko­men? Maar dat slaat ner­gens op. Als­of een ver­ko­per van straat­kran­ten aan een bepaald beeld zou moe­ten vol­doen. Nee, op de een of ande­re manier kan ik maar niet wen­nen aan het idee dat de vori­ge ver­ko­per zomaar van de ene op de ande­re zater­dag is ver­dwe­nen. Voor­als­nog hou ik het geld ach­ter de hand in het geval hij op een dag weer opduikt.

Hoe­wel, mis­schien moet ik bin­nen­kort eens bij die ande­re super­markt gaan kij­ken of hij daar tegen­woor­dig staat.