Op de vijfde dag na het overlijden van zijn vader ging Joep weer naar kantoor. Vroeg in de ochtend. Zoals hij gewoon was te doen ook toen zijn vader nog leefde. Geen reden tot verandering wat hem betrof.
Er lag een stapeltje post op zijn bureau. Niet zo heel veel meer dan anders na enkele dagen afwezigheid door bijvoorbeeld vakantie of een zakenreis. Verder leek alles hetzelfde. Nee, alles was hetzelfde. Behalve de thermostaat. Die had iemand weer stiekem wat hoger gezet. Maar Joep had vandaag geen zin om dat te corrigeren.
Iets na achten kwamen de eerste collega’s binnen. Ieder voor zich gaven ze Joep een hand en vroegen belangstellend hoe het hem de laatste dagen was vergaan. Joep vertelde hen wat ze wilden horen. Daarna was er koffie. Altijd maar weer meer koffie. Totdat het negen uur was en iedereen gearriveerd. Eindelijk aan het werk.
De dag vloog voorbij. Ook voor Joep. Om vier uur maakte hij aanstalten om te gaan. Wat? Ga je nu al? vroegen zijn collega’s. Joep knikte en zei dat hij nog even bij zijn moeder langsging. Dat arme mens. Dat begrepen ze. Niet alles blijft hetzelfde dacht Joep voordat hij in de lift stapte.
~ ~ ~