Wie dicht die blijft

Wie schrijft die blijft. Dus wat doet een dich­ter die het gevoel heeft als man te ver­dwij­nen? Juist. Die dicht zich de wereld in als vader. Dat is de macht van de taal. En Ingmar Heyt­ze is de taal oppermachtig:

… Wan­neer je met de lief­ste ligt

en merkt dit gaat te snel en ik ben ook niet meer zo jong
dat ik met­een opnieuw — denk dan aan wat je afstoot,
ver­leer je begeer­te, mom­pel in je ach­ter­hoofd: nietmachine,

lap­top, pro­the­se. Vaar nog één keer heen en weer door
je bestaan, her­in­ner je die avond, doof je gedachten,
leg bij haar aan. Ver­wek, wie weet, een kind.

[frag­ment uit: Ente­ren, p.13]

Hoe het is om vader te wor­den. Ik ken het slechts ten dele. Toen ik mijn Inge leer­de ken­nen in 1995 bleek zij niet alleen te zijn. In haar kiel­zog kwa­men twee kin­de­ren mee. Plots was ik vader. Stief wel­is­waar, maar toch. Later (ik mocht ‘mijn kin­de­ren’ zeg­gen) dien­de zich van dicht­bij een klein­zoon aan. Door omstan­dig­he­den bracht hij zijn eer­ste levens­maan­den bij ons door. Even was ik als­nog vader. Groot wel­is­waar, maar toch.

Het is niet dit vader­schap waar Heyt­ze over dicht. Hij heeft zich de fysie­ke inspan­ning getroost (zie: Kor­te samen­vat­ting van het voor­af­gaan­de op blad­zij­de 10 voor alle loca­ties) een eigen nako­me­ling te ver­wek­ken. Met alle bij­ko­men­de ang­sten en ellen­de die daar­mee gepaard gaat eens het dui­de­lijk is dat zaad­jes en eicel­len een vrucht­ba­re ver­bin­ding zijn aangegaan:

Je maakt een kind om te vergaan.
Ik was er zelfs soms lie­ver niet geweest.
Maar dan, wie weet wie later naar
de ster­ren springt, de rede­lo­ze aarde
redt. Wie de nieu­we Brei­vik baart.

[frag­ment uit: Nek­plooi, p.27]

Gelijk de stem­mings­wis­se­lin­gen van een zwan­ge­re vrouw zo schie­ten de gedich­ten van Heyt­ze in deze bun­del alle kan­ten uit. Soms teder en ont­roe­rend om dan met­een droog­ko­misch het gehe­le aan­staan­de vader­schap te rela­ti­ve­ren voor­dat de vele dwang­neu­ro­ses hem ’s nachts weer over­val­len en aan alles laten twij­fe­len. Het gaat van laag naar hoog, doet alle tus­sen­sta­ti­ons aan en dui­kelt ver­vol­gens weer even vro­lijk naar bene­den. Het zal voor vele vaders (en moe­ders) her­ken­baar zijn en even­zo­ve­le aan­staan­de vaders (en moe­ders) aan het den­ken zet­ten. Er is iets bereikt, maar er zal ook iets inge­le­verd moe­ten worden:

Nog twin­tig weken en er stapt een vader uit mijn as.

[frag­ment uit: Twee­de echo, p.28]

Niet dat het doem­den­ken over­heerst. Eer­der de vrees voor het onbe­ken­de. De twij­fel of de ver­ant­woor­de­lijk­heid geno­men kan wor­den. Bin­nen­kort zal dui­de­lijk wor­den of ‘de man die was’ sterk genoeg is om het vader­schap te kun­nen dragen.

Het is over deze wan­ke­le stap­pen in onbe­kend gebied waar­van Heyt­ze hier inle­vend ver­slag doet. Zet hij door zon­der pre­cies te weten wat hem wacht omdat hij nu een­maal A gezegd heeft? Wie kan hem daar­bij hel­pen? Wat te doen met alle angst­dro­men die hem inbeel­den dat hij hier niet voor in de wieg gelegd is? Houdt lief­de en aan­staand geluk hem op de been?

Ondanks de wan­hoop en ont­ken­ning die in som­mi­ge gedich­ten aan­we­zig is, heb ik de bun­del toch als posi­tief erva­ren. Op veel meer plek­ken las ik name­lijk een accep­ta­tie van de nieuw ont­sta­ne situ­a­tie tus­sen de dicht­re­gels door. Eerst en voor­al natuur­lijk de ver­won­de­ring over het niet te bevat­ten feno­meen in de buik van zijn vrouw maar boven­al is daar het groei­en­de inzicht dat dit iets geza­men­lijks is. En samen sta je er niet alleen voor:

Lang­zaam­aan begin ik te begrijpen
dat we alle drie tege­lijk gebo­ren worden.

[frag­ment uit: Doch­ter, p.35]

De man die ophield te bestaan_lr

Ingmar Heyt­ze werd onlangs vader. In de vele door­waak­te nach­ten die volg­den dicht­te hij open­har­tig over zijn nieu­we rol. Met ver­won­de­ring slaat hij gade wat dit nieu­we leven bij hem teweeg­brengt. Als pril­le vader, maar ook als gelief­de, man en boven­al als dichter.

De man die ophield te bestaan
Ingmar Heytze
Uit­ge­ver Podi­um
ISBN 9789057596988


Reacties

  1. heidi

    Fij­ne review!

    1. Peter Pellenaars

      Dank je 🙂

  2. Anna

    Top! Spreekt in het voor­deel dat ik Ingmar Heyt­ze als dich­ter al een tijd­je ken… en hij staat niet stil maar blijft evo­lu­e­ren in de taal…

    1. Peter Pellenaars

      Als dich­ter heeft hij best wel een hoge fre­quen­tie van publi­ce­ren. Althans dat lijkt mij als leek het geval.

  3. weerzinwekkend

    Wat ont­zet­tend mooi, ont­roe­rend. Dit moet ik dui­de­lijk lezen… en bewa­ren. Een goed cadeau ook, voor de paar man­nen die er nog (lij­ken te) bestaan die van poë­zie hou­den, en vader wor­den, en een beet­je dicht­bij staan. Zo, dat waren heel wat voorwaarden.

    1. Peter Pellenaars

      Haha­ha, je weet het weer mooi in te kade­ren. Wie heb je op het oog 😉