Het regende vogels — Jocelyne Saucier

Vergezocht maar goed geschreven

In Het regen­de vogels geschre­ven door Joce­ly­ne Sau­cier vol­gen we een niet bij naam genoem­de foto­gra­fe tij­dens haar zoek­tocht naar over­le­ven­den van ‘The Gre­at Fires’, enke­le enor­me vuur­haar­den die Cana­da geteis­terd heb­ben aan het begin van de twin­tig­ste eeuw. Naar­ma­te zij meer getui­ge­nis­sen uit eer­ste hand weet te ver­za­me­len valt haar op dat er regel­ma­tig spra­ke is van een half-blin­de jon­gen die dagen­lang na de gro­te brand van Mathe­son door het totaal ver­woes­te gebied zwerft, waar­schijn­lijk op zoek naar zijn fami­lie. Over deze figuur (Ted, Ed of Edward Boy­chuck) die wel­haast mythi­sche pro­por­ties heeft gekre­gen doen veel ver­ha­len de ron­de en de foto­gra­fe doet ver­woe­de pogin­gen hem te tra­ce­ren. Dit brengt haar uit­ein­de­lijk steeds ver­der weg van de bewoon­de wereld tot diep in het uit­ge­strek­te Cana­de­se woud waar hij zich zou heb­ben teruggetrokken.

Het is hier waar het boek begint. Ergens hal­ver­we­ge het boek wordt ver­vol­gens uit de doe­ken gedaan hoe het ver­haal zelf een aan­vang nam:

Wel wist ze dat het alle­maal begon­nen was op een mid­dag in april, twee jaar gele­den in High Park in Tor­on­to. […] Een oud dame­tje, petie­te­rig in haar blau­we wol­len man­tel, koes­ter­de zich in de zon op het uit­ein­de van een bank onder een gro­te kale eik. Een plek hel­de­re kleur tus­sen de vale brui­ne nawin­ter­tin­ten, dat had als eer­ste de aan­dacht van de foto­gra­fe getrokken.

[p.82–83, Het regen­de vogels, Joce­ly­ne Saucier]

Ze raken met elkaar in gesprek:

Het oude dame­tje was een over­le­ven­de van de Gre­at Mathe­son Fire. Ze had ver­teld over een nacht­zwar­te hemel en over de vogels die naar bene­den vie­len, als vlie­gen. Het regen­de vogels, had ze gezegd.

[p.83, Het regen­de vogels, Joce­ly­ne Saucier]

Het ver­haal van de ont­moe­ting met enke­le zon­der­lin­ge klui­ze­naars die de foto­gra­fe op deze plek aan­treft wordt door Joce­ly­ne Sau­cier uiterst lief­de­vol en met oog voor detail beschre­ven. Wel is het zaak in de eer­ste hoofd­stuk­ken goed op te let­ten van­we­ge de vele per­spec­tief­wij­zi­gin­gen. Sau­cier bouwt haar roman zorg­vul­dig op en neemt de tijd om de belang­rijk­ste per­so­na­ges te intro­du­ce­ren. Hier­door wor­den we als lezer lang­zaam­aan het ver­haal inge­zo­gen waar­door we net als de foto­gra­fe gebi­o­lo­geerd raken naar de geschie­de­nis van de jon­gen Boy­chuck die nu als hoog­be­jaar­de man zijn laat­ste dagen zou slij­ten in een afge­le­gen blokhut.

De vraag is natuur­lijk of de foto­gra­fe nog op tijd komt. Wel, laat ik hier maar ver­klap­pen dat dit niet het geval is. En nu niet met­een gaan kla­gen dat ik dit had moe­ten ver­zwij­gen of op z’n minst een ‘spoi­ler alert’ eraan voor­af had moet laten gaan, want ook in het boek is het een gege­ven dat al in het eer­ste hoofd­stuk bekend wordt gemaakt. Het gaat juist om de nala­ten­schap van Boy­chuck (waar­van nie­mand op de hoog­te was tot­dat men zijn blok­hut aan een nader onder­zoek onder­werpt) die het ver­de­re ver­loop van het ver­haal bepaalt.

Boy­chuck heeft ontel­ba­re tafe­re­len geschil­derd die op het eer­ste oog bij­na alle­maal gelijk zijn. Don­ke­re doe­ken waar de verf vele lagen dik op is aan­ge­bracht met alleen hier en daar een hel­de­re kleur om de alge­he­le som­ber­heid te door­bre­ken. Nie­mand die er iets in ziet of weet te her­ken­nen. Tot­dat een laat­ste per­so­na­ge opge­voerd wordt. Met de komst van een uiterst fra­giel oud vrouw­tje komen de zaken in een stroom­ver­snel­ling. Zij beschikt over de gave om de schil­de­rij­en van Boy­chuck te kun­nen ‘lezen’. Dit helpt de foto­gra­fe uit de impas­se over wat zij met al haar mate­ri­aal (foto’s en getui­ge­nis­sen) moet doen. Er begint zich een idee te vor­men hoe zij een expo­si­tie the­ma­tisch kan inrich­ten met de aan­vul­len­de infor­ma­tie die zij ver­krijgt. Als­of op het oog onsa­men­han­gen­de puz­zel­stuk­jes plots een con­text krijgen.

Maar ter­wijl de bewo­ners van de leef­ge­meen­schap hun best doen om de nieuw­ko­mer een thuis te bie­den en ze nog onwe­tend zijn van een dra­ma­ti­sche wen­ding die hen boven het hoofd hangt, begon ik me eer­lijk gezegd te erge­ren aan de in mijn ogen gefor­ceer­de manier waar­op de diver­se ver­haal­lij­nen bij elkaar wer­den gebracht. Het was me een beet­je teveel van het goe­de hoe via de schil­de­rij­en het spoor naar een muse­um leid­de waar een vrouw alle gehei­me lief­des­ge­schie­de­nis­sen in haar woon­plaats minu­ti­eus heeft vast­ge­legd om zodoen­de weer uit te komen bij de oude vrouw in High Park, Tor­on­to. Dat wil­de er bij mij niet in. En ik vond het afbreuk doen aan het ver­haal dat Joce­ly­ne Sau­cier ons wil­de ver­tel­len. Daar kan een dis­clai­mer zoals op de eer­ste blad­zij­de gebracht niets meer aan ver­hel­pen. Die slaat mijns inziens op de vrij­ge­voch­ten wij­ze waar­op de oud­jes hun laat­ste levens­ja­ren slijten.

Het ver­haal is niet erg waar­schijn­lijk, maar omdat er getui­gen waren, kun­nen we het maar beter gelo­ven. Anders zou­den we ons toe­gang ont­zeg­gen tot de ver­re, vreem­de stre­ken die een wijk­plaats bie­den aan men­sen zoals er maar wei­ni­gen zijn op de wereld.

[p.7, Het regen­de vogels, Joce­ly­ne Saucier]

Heb je hier ech­ter geen moei­te mee, dan is Het regen­de vogels een bij­zon­der boek dat een voor velen waar­schijn­lijk onbe­ken­de peri­o­de uit de Cana­de­se geschie­de­nis belicht en boven­dien smaak­vol en over­tui­gend ver­slag doet van een ont­lui­ken­de lief­de op hoge leef­tijd waar de sek­su­a­li­teit nog steeds een rol kan spe­len. Voor­al dat laat­ste was een ver­a­de­ming om te lezen.

Een foto­gra­fe gaat op pad om een repor­ta­ge te maken over over­le­ven­den van de brand die decen­nia gele­den die­pe won­den heeft gesla­gen in het col­lec­tie­ve geheu­gen van de bewo­ners: de gro­te brand van Mathe­son. In het woud treft ze een paar zon­der­lin­ge en vrij­heids­lie­ven­de out­casts. Ze zijn aan­van­ke­lijk wan­trou­wig, maar al snel beslui­ten ze de foto­gra­fe te hel­pen, een beslis­sing die onge­wild hun bestaan danig over­hoop gooit.

Het regen­de vogels
Joce­ly­ne Sau­cier
Uit­ge­ver Meri­di­aan
ISBN 9789048822164