De bel gaat. Ik save de werkmail waarmee ik bezig ben en loop naar beneden om de voordeur open te doen. Buiten staat een jonge gast. Afgaand op het logo dat op zijn shirt prijkt is het de monteur voor de cv ketel. Elk jaar moeten we daar voor thuisblijven en ditmaal was ik aan de beurt. We geven elkaar een hand.
Ja, je zult wel denken wie is dat nu weer, maar de vorige monteur die altijd het onderhoud in deze wijk deed is met pensioen. Vandaar dit nieuwe gezicht.
Waar heeft ie het over? is wat ik echt denk.
Ik probeer me voor te stellen hoe die gepensioneerde monteur er ook alweer uitzag. Er komt niets. Net als de anonieme witte bestelbusjes waarin ze steevast rijden blijven ook de werklui die ons huis periodiek aandoen voor mij redelijk anoniem. Het verplichte kopje koffie en een nietsgezegd gesprekje maakt zelden een blijvende indruk. Waar ik verder ook geen moeite mee heb.
We lopen naar boven. Ik vraag me af of ik de nieuwe monteur moet vertellen dat er momenteel een kat in het nauw op de zolderkamer zit waar hij begonnen is al vrolijk fluitend zijn gereedschap uit te stallen. Meteen krijg ik beeld bij de gepensioneerde monteur. Hij zal wel met vervroegd pensioen zijn gegaan, zo vermoed ik.