Het zijn niet de resultaten die tellen
Nadat alle speeches, productpresentaties en teambuilding spelletjes achter de rug waren werd het buffet geopend en stormden we met z’n allen naar de bar. Het was op onze eindejaarsbijeenkomst en hierna zou de kerstvakantie beginnen. De stemming en de alcohol zat er meteen goed in.
Na twee biertjes nam ik plaats in de rij voor iets te eten. Ik raakte aan de praat met een collega van de afdeling Verkoop die me op mijn buik wees. Het smaakt je goed zo te zien, merkte hij op. In een reflex trok ik m’n schouders naar achter en m’n buik in. Nee, stamelde ik. Het komt door m’n zwakke rug. Wanneer ik moe ben dan ga ik wat onderuit hangen. En wie is er nu niet moe na zo’n jaar als wij achter de rug hebben, zo ratelde ik maar door en wees hem terloops maar nadrukkelijk op alle lekkere hapjes die uitgestald stonden. Zelf nam ik genoegen met weinig en at daar nog niet de helft van op.
De volgende ochtend bleef ik lang voor de spiegel staan draaien in de badkamer. Ik kon niet ontkennen dat er meer buik aanwezig was dan ik wilde toegeven. Hoe was dat in hemelsnaam mogelijk? Op internet zocht ik naar het artikel waar wetenschappelijk werd bewezen dat gemiddeld drie maal per week hardlopen een positief effect had op onder andere de buikomvang (wat ik had geïnterpreteerd als dat het zou gaan krimpen). Een groep lopers die zich iedere week aan dit schema hield was vergeleken met een groep lopers die onregelmatig te werk ging. Ondanks dat die laatste groep over een periode van een half jaar meer en harder had gelopen dan de eerste groep, was het toch die eerste groep waar de meeste positieve effecten te meten waren. Structuur en regelmaat was dus erg belangrijk.
Alleen had het bij mij niet aangeslagen.
Het kon natuurlijk ook zijn dat ik er ongezond bij was blijven eten. Die passages in het onderzoek had ik minder serieus genomen.
Maar zelfs al had ik naast de regelmaat van het lopen tevens een gezond eetpatroon aangehouden, dan nog was het maar de vraag geweest of ik dezelfde resultaten zou boeken als de eerste groep lopers uit het onderzoek.
Volgens Leo Babauta komt dit omdat we niet tot in detail de uitkomst van onze inspanningen kunnen voorspellen of vormen. Hij gebruikt de metafoor van een homp klei die we denken te kunnen boetseren totdat we het gewenste resultaat hebben. Dit lukt echter in veel gevallen niet, wat een hoop frustratie tot gevolg heeft. Beter is om onze poging tot verandering te vergelijken met het laten groeien van een plant:
You don’t control the outcome, but you do control the inputs.
[p.57, Zen Habits, Leo Babauta]
Richt je op het creëren van de juiste omstandigheden. Wil je afvallen, staar je dan niet blind op de (kilo)grammen die er dagelijks afgaan of bijkomen maar leg de focus op wat je eet, hoe je eet, wanneer je eet en hoeveel je eet. Het zijn deze zaken die je kunt beïnvloeden. Vervolgens zul je moeten leren accepteren waar dit toe leidt:
If you focus on the inputs, you don’t know what the plant of your weigh loss change will result in. Maybe it will mean a slimmer version of you, maybe a healthier one, maybe a stronger one with more muscle. You don’t know exactly, because you can’t sculpt your body like clay. What you can do is water it, give it sunlight and good nutrients, and see how it grows.
[p.57–58, Zen Habits, Leo Babauta]
Voor een gedeelte is dit een aanvulling op wat gisteren aangehaald werd met betrekking tot het verhaal in je hoofd. Je ideaalbeeld van wat je denkt te bereiken door de verandering die je hebt ingezet. Lang niet altijd zul je daar op uitkomen. Uiteindelijk gaat het veel meer op de intentie waarom je begonnen bent. Probeer daarom vandaag opnieuw te genieten en mindful te zijn tijdens de uitvoering van je nieuwe gewoonte. Het is de weg, niet de bestemming.
Reacties
Goh, mijn blogpost van zojuist past hier precies in. Ga je mee op reis?
Zeker ga ik mee op reis. Ik blijf je volgen 🙂