Midden in het begin van een verhaal

[p.19–23]

Mor­gen­vroeg vlieg ik naar Min­ne­a­po­lis en van­daar ga ik met de taxi naar mijn hotel in Eden Prai­rie. Daar ver­blijf ik dan een week voor work­shops met mijn Ame­ri­kaan­se collega’s die op een kwar­tier­tje loop­af­stand hun kan­toor hebben.

Van­daag las ik weer enke­le blad­zij­des in Zen. Nadat de ik-per­soon heeft aan­ge­ge­ven dat hij in de vorm van een Chau­tau­qua een ver­haal gaat ver­tel­len tij­dens de motor­tocht die hij met zijn zoon onder­neemt, gaat hij wat die­per in op de aan­lei­ding die hem hier­toe heeft gebracht.

Het heeft te maken met zijn twee goe­de vrien­den John en Syl­via die hem vaak ver­ge­zel­len op deze motor­toch­ten en er ook deze keer bij zijn. De ik-per­soon ver­telt hoe maan­den gele­den John moei­te had om zijn motor te star­ten nadat ze een pau­ze had­den geno­men in Sava­ge, Min­ne­so­ta (p.21). De vol­gen­de dag het­zelf­de geval bij Lake Min­ne­t­on­ka, ook na een pau­ze (p.23).

Ik haal de kaart erbij en zie dat Eden Prai­rie pre­cies tus­sen Sava­ge en Lake Min­ne­t­on­ka ligt. In mijn email heb ik de agen­da voor de komen­de week. Alle ver­ga­der­ruim­tes heb­ben de naam van een meer of rivier. Je raadt het al. Inder­daad, de work­shops wor­den gehou­den in Lake Min­ne­t­on­ka. Het voelt als­of ik mor­gen zo dit ver­haal ga binnenvliegen.

Zen laat ik thuis voor deze trip. Ver­moe­de­lijk heb ik in de avon­den te wei­nig tijd om erover te blog­gen. Dus wan­neer ik weer terug ben ga ik ver­der met blog­gen over dit bij­zon­de­re boek. Kun­nen jul­lie lek­ker alvast een beet­je voor­uit lezen.