Morgen ren ik de Bridge to Bridge in Arnhem. De volle 16 kilometers. Hoewel ik me pas laat had ingeschreven dacht ik voldoende getraind te zijn om deze afstand wel aan te kunnen. Tot aan mijn trip naar de VS twijfelde ik daar niet echt aan.
Eenmaal in de VS gearriveerd ging ik daar al snel anders over denken. Wat was het heet en benauwd. Iedere dag ruim 30 graden tot laat in de avond. En dat terwijl ik een bloedhekel heb aan rennen bij warm weer. Ik zag daarom als een berg op tegen de eerste keer dat ik mijn hardloopschoenen aan zou moeten trekken voor mijn verplichte trainingsrondje. Alleen al de gedachte om in die oven te gaan rennen was genoeg om de poging met een dag uit te schuiven. Het tijdsverschil van zeven uur plus de daarbij behorende jetlag hielp ook niet echt mee.
Op woensdagavond, na een vroeg diner inclusief enkele biertjes, besloot ik het er toch op te gaan wagen. Het was acht uur en het begon te schemeren. Nadat ik een kilometer ofzo gelopen had kwam ik in een woonwijk terecht waar ik eerder die week een fikse wandeling had gemaakt. Overal stonden sproeiers in de tuin het gazon uitgebreid van water te voorzien. Daarbij werden ook het trottoir en eventuele voorbijgangers niet ontzien. Continue gehuld in een verfrissende nevel lukte het me zo om een nette 8 kilometer te voltooien.
Helaas ging ik vrijdagavond te vroeg van start. De sproeiers stonden niet aan. Na 5 kilometer was ik volledig uitgeput en moest toen nog terug. Terug in het hotel heb ik ruim een uur in het zwembad gelegen.
Deze week had ik het idee dat door die dramatische loop op vrijdag zo’n beetje al mijn trainingsarbeid verknald had. Ik voelde me continu moe en lusteloos. Of het de jetlag was of dat ik toch iets onder de leden had was me niet duidelijk. Wel dat ik totaal geen puf had om gaan te lopen. Pas op vrijdag kreeg ik weer zin om te gaan. En het viel me alleszins mee.
Dus wie weet gaat het me toch lukken op zondag. Wish me luck!
PS: Ook bij normale weersomstandigheden valt het niet mee om in de VS een stukje te gaan rennen. Of wandelen. De trottoirs cq fietspaden hebben de neiging om er op de meest onmogelijke plaatsen zomaar mee op te houden. Alles moet wijken voor de gemotoriseerde vervoersmiddelen waar men stad en land mee doorkruist.