Dwaalwegen
Een roman stimuleert ons interpretatievermogen, maar stimuleert ook onze geest om te gaan dwalen.
[p.294, Wat we zien als we lezen, Peter Mendelsund]
Klopt.
Zo las ik gister:
“According to Chekhov,” Tamaru said, rising from his chair, “once a gun appears in a story, it has to be fired.”
[p.407, 1q84, Haruki Murakami]
“Meaning what?”
Tamaru stood facing Aomame directly. He was only an inch or two taller than she was. “Meaning, don’t bring unnecessary props into a story. If a pistol appears, it has to be fired at some point. Chekhov liked to write stories that did away with all useless ornamentation.”
Aomame straightened the sleeves of her dress and slung her bag over her shoulder. “And that wories you — if a pistol comes on the scene, it’s sure to be fired at some point.”
“In Chekhov’s view, yes.”
En ik dwaalde weg naar:
Tsjechovs geweer
[p.59, Schrijven is schrappen, Hans Hogenkamp]
Een andere veelgehoorde uitspraak over de functionaliteit van verhaalelementen is ‘het geweer van Tsjechov’. Letterlijk heeft Tsjechov hierover geschreven: ‘Als er in het derde bedrijf een geweer afgaat, dan tone men dit in het eerste bedrijf.’
In feite is dit een omkering van Hermans’ uitspraak over de mus1. Hermans doelt op een verhaalelement dat niet zonder gevolg blijft, terwijl Tsjechov het heeft over een gevolg dat eerst aangekondigd moet worden. Overigens wordt de uitspraak van Tsjechov maar al te vaak foutief weergegeven; hij zou dan gezegd hebben dat wanneer er in het eerste bedrijf een geweer aan de muur hangt, dit in het derde bedrijf af moet gaan. In werkelijkheid deed Tsjechov dus de omgekeerde bewering.
Waarbij ik me dan afvraag wie de uitspraak van Tsjechov verkeerd heeft begrepen:
- De schrijver Haruki Murakami?
- Het fictieve personage Tamaru?
- Of misschien toch Hans Hogenkamp zelf?
Wat me nieuwsgierig maakt naar het werk van Anton Tsjechov.
Ik doorzoek heel mijn boekenkast omdat ik niet los kan komen van het idee dat ik iets van Tsjechov in bezit heb, maar het is tevergeefs. Wel zie ik de twee delen biografie over Willem Frederik Hermans staan die ik eigenlijk al heel lang binnenkort wil lezen. Zal ik? Dan valt me op dat naast de biografie het boek door Karel van het Reve over de Geschiedenis van de Russische literatuur staat. Ondertitel: Van Vladimir de Heilige tot Anton Tsjechov. Ik blader naar het hoofdstuk dat geheel aan hem gewijd is. Niets over een geweer.
Het hoofdstuk (en tevens het boek) sluit als volgt af:
Niemand is zo aardig voor zijn helden als Tsjechov. Niemand ontneemt ze zo meedogenloos alle mogelijkheden tot geluk.
[p.449, Geschiedenis van de Russische literatuur, Karel van het Reve]
En ik baal nog meer dat ik niets van Tsjechov in huis heb.
Langzaam dwaal ik zodoende weer terug naar 1q84 en lees verder:
“So you’re thinking you’d rather not hand me a pistol.”
[p.407, 1q84, Haruki Murakami]
“They’re dangerous. And illegal. And Chekhov is a writer you can trust.”
W.F. Hermans: De roman die dit soort eenheid [van handeling] vertoont noem ik de klassieke roman. Ik versta daaronder een roman warrin het thema volledig is verwerkt in een verhaal, waarin een idee wordt uitgedrukt door middel van handelingen, waarin de optredende personages desnoods eerder personificaties zijn dan psychologische portretten. Een roman waarin alles wat beschreven wordt, doelgericht is; waarin bij wijze van spreken geen mus van het dak valt zonder dat het een gevolg heeft en waarin dit alleen geen gevolg mag hebben, wanneer het de bedoeling van de auteur geweest is, te betogen dát het in zijn wereld geen gevolg heeft als er mussen van daken vallen. [uit Het sadistisch universum, deel II] ↩