Zen — Pirsig [p.40–46]

Going round and round and round and round

Op de vraag van zijn zoon of hij in gees­ten gelooft, geeft de ik-per­soon een stel­lig ‘nee’ als ant­woord. Ze bezit­ten geen mate­rie, heb­ben geen ener­gie, en kun­nen daar­om alleen, vol­gens de wet­ten uit de weten­schap, bestaan in de hoof­den van de men­sen. Om daar dan het vol­gen­de aan toe te voegen:

Of cour­se […] the laws of sci­en­ce con­tain no mat­ter and have no ener­gy either and the­re­fo­re do not exist except in people’s minds.

[p.40, Zen]

De ik-per­soon is van mening dat er wei­nig ver­schil is tus­sen men­sen die in gees­ten gelo­ven of zij die den­ken dat alles op aar­de (en in het heel­al) alleen ver­klaard kan wor­den met behulp van de weten­schap. Ook in het laat­ste geval betreft het con­struc­ties in het hoofd waar men in moet gelo­ven wil­len ze bete­ke­nis krijgen.

Hij haalt het voor­beeld aan van de zwaar­te­kracht. Bestond die al voor­dat Isaac New­ton hem ont­dek­te in de zeven­tien­de eeuw? Indien het ant­woord ‘ja’ is, dan zou de ver­volg­vraag kun­nen zijn hoe­lang die wet van de zwaar­te­kracht dan wel bestaat. Wan­neer begon ze? Is ze er altijd geweest?

Het pro­bleem ont­staat wan­neer men aan­neemt dat zwaar­te­kracht en de daar­bij beho­ren­de wet van de zwaar­te­kracht zelfs al beston­den voor­dat er spra­ke was van het ont­staat van het heel­al. Dat zou bete­ke­nen dat ondanks alle voor­waar­den ver­val­len zijn voor de zwaar­te­kracht om te kun­nen bestaan, we nog steeds den­ken dat ze er is. Alleen zou het vol­gens deze logi­ca dan onmo­ge­lijk zijn dat bepaal­de din­gen niet kun­nen bestaan, ter­wijl we dat toch ook altijd als een reë­le optie wil­len openhouden.

John says, ‘I guess I’d have to think about it.
‘Well, I pre­dict that if you think about it long enough you will find yourself going round and round and round and round until you final­ly reach only one pos­si­ble, rati­o­nal, intel­li­gent con­clu­si­on. The law of gra­vi­ty and gra­vi­tiy itself did not exist befo­re Isaac New­ton. No other con­clu­si­on makes sense.’

[p.42, Zen]

Iede­re keer wan­neer ik deze blad­zij­des lees heb ik het­zelf­de als John. Ik moet er even over naden­ken. Maar helaas is het me nog nooit gelukt om op die manier (dus door logisch te rede­ne­ren) tot de enig moge­lij­ke, rati­o­ne­le, intel­li­gen­te con­clu­sie te komen dat de wet van de zwaar­te­kracht en zwaar­te­kracht zelf niet beston­den voor­dat Isaac New­ton dit ont­dek­te. Blijk­baar gaat dit mijn denk­ca­pa­ci­tei­ten te boven. Ik raak al snel ver­strikt in mijn eigen gedach­ten­kron­kels en het begint me te dui­ze­len waar­door ik niet meer logisch ver­der kan denken.

Tege­lij­ker­tijd geloof ik het wel. Het waren deze blad­zij­des die me bij eer­ste lezing een soort van Aha-Erleb­nis gaven.

Hoe ik tot die over­tui­ging ben geko­men is me niet geheel dui­de­lijk maar ik heb altijd al het idee gehad dat alles wat we nog niet ont­dekt, gezien of beschre­ven heb­ben er gewoon­weg niet is. Nooit is geweest.

Iets bestaat pas op het moment dat het geob­ser­veerd is.

Of het een the­o­rie is die over­eind blijft wan­neer ze aan gede­gen onder­zoek wordt onder­wor­pen weet ik niet. Dat zal bewe­zen moe­ten wor­den. Tot die blijf ik er in geloven.