Naar hetzelfde kijken wil niet zeggen dat je hetzelfde ziet
Nadat ik enkele jaren bij Philips werkzaam was kocht ik in de personeelswinkel mijn eerste volwaardige personal computer. De NMS 9100 met amberkleurig scherm en van die grote slappe floppies. Het zal in ’87 of ’88 zijn geweest, en voor het apparaat moest ik een vermogen neertellen. Dat weerhield me er niet van om al snel na aankoop het ding open te schroeven omdat ik wat geheugenuitbreiding wilde plaatsen en een extra lezer voor floppies. Dan kon ik tenminste van de ene naar de andere floppy kopiëren.
Erg technisch aangelegd was ik niet (en ben ik nog steeds niet) en waarschijnlijk door mijn experimenteerdrift kreeg de pc op een gegeven moment kuren. Ik besloot advies te vragen bij een vriend die er meer verstand van had. Het eerstvolgende weekend kwam hij langs en maakte de achterkant open voor een eerste analyse. Wat hij zag deed hem bijna verslikken in zijn biertje. Verbaasd keek hij mij aan. Had ik het echt in mijn hoofd gehaald om een houten stellage te maken om daar wat kabels overheen te leiden? Hout!? In zo’n duur en high-tech wonder van vooruitgang!?
Aarzelend knikte ik van ja. Hij kon er met zijn verstand niet bij, terwijl ikzelf zo trots was op mijn inventieve oplossing.
Ik moest hier aan denken toen ik in Zen de anecdote las over het verschil van inzicht tussen de ik-persoon en John. De ik-persoon wil een klein euvel bij de motor van John verhelpen met behulp van een blikje bier. Dat kan er bij John niet in.
[…] he was actually offensed at the time. I had had the nerve to propose repair of his new eighteenhundred-dollar BMW, the pride of a half-century of German mechanical finesse, with a piece of old beer can!
p.60
Dit voorval past in een patroon wat de ik-persoon al eerder was opgevallen in de wijze waarop hijzelf en John naar de wereld om hen heen kijken:
He isn’t so interested in what things mean as in what they are.
p.59
Toentertijd, met mijn pc en het hulpstuk van hout dat ik had gebruikt, voelde ik iets vergelijkbaars. In tegenstelling tot mijn vriend die alleen maar de buitenkant zag, het hout dus, zag ik de functie die vervuld werd. Mijn technische kennis was lang niet voldoende om te kunnen beoordelen of het materiaal hout wel geschikt was om in het binnenste van een computer geplaatst te worden, maar dat is een ander verhaal. Feit is dat we beiden naar hetzelfde keken echter iets totaal anders zagen.
De ik-persoon komt uiteindelijk na veel denkwerk tot de volgende conclusie:
What you’ve got here, really, are two realities, one of immediate artistic appearance and one of underlying scientific explanation, and they don’t match and they don’t fit and they don’t really have much of anything to do with one another. That’s quite a situation. You might say there’s a little problem here.
p.63
In de bladzijdes die volgen gaat Pirsig echter niet verder in op dat kleine probleem (waarvan ik denk dat het een understatement is) maar beschrijft hij hoe het gezelschap van vier reizigers dodelijk vermoeid een kampeerplaats zoekt om de nacht door te brengen. Dat leidt ook weer tot interessante ontwikkelingen. Meer daarover in een volgende blogpost.