De voorbereiding was niet optimaal, of althans niet echt gericht op 15 km door heuvelachtig terrein hollen. Wat ik voornamelijk gedaan had in de voorbije weken was survivalruntraining en op z’n tijd een rondje rennen om het juiste gevoel te behouden. En hoewel ik eerder deze week schreef dat ik er geen zin in had, veranderde dat gaandeweg de zaterdagochtend toen ik bezig was met mijn vrije survivaltraining. Opeens begon het alsnog te kriebelen.
Even later was daar de eerste domper. Tijdens het uitproberen van een nieuwe hindernis schoots plots in beide kuiten een kramp tijdens het zetten van een voetklem. Ik kreeg het er nog wel uit, maar het bleef sluimeren (vooral in mijn linkerkuit) bij elke volgende hindernis. Niet fijn. Maar wel lekker bezig geweest.
’s Avonds volgde de tweede domper toen ik van Luella te horen kreeg dat zij er vanaf zag om mee te lopen. Te weinig kunnen trainen door allerlei omstandigheden. Ik wist het wel en had het zien aankomen, maar tegen beter weten in was ik er toch op blijven hopen dat ze mee zou gaan. Omdat het samenlopen bij de Bridge to Bridge zo gezellig en goed bevallen was. Jammer maar helaas. Pakjesavond was er niet minder leuk om.
De volgende domper kwam op zondagochtend precies op het moment toen ik in de auto wilde stappen richting ’s Heerenberg voor de Montferlandrun van 15 km. Mijn moeder aan de telefoon met het bericht dat mijn vader was opgenomen in het ziekenhuis. Schrikken natuurlijk. Een ontsteking in zijn voet en opkomende koorts waren voldoende redenen om hem daar te houden voor observatie omdat hij als hartpatient wat meer risico loopt. Na wat overleg spraken we af dat ik eerst nog gewoon kon gaan rennen en later op de dag richting Brabant zou afzakken voor het bezoekuur. Ik was er alleen niet meer helemaal bij met mijn hoofd. En inmiddels redelijk laat voor de run.
Kwart voor twaalf was ik in ’s Heerenberg terwijl de run om twaalf uur zou starten. Mijn auto kon ik ergens kwijt achteraf op een industrieterrein. Daar snel omkleden en hardlopend op zoek naar de startplek. Klokslag twaalf uur had ik het gevonden, klom over een hek in het eerste de beste startvak waar een plekje vrij was en kon meteen vertrekken.
Wonder boven wonder ging het hartstikke goed. Het trainen van hardlopen met ballast bij de survivaltraining wierp zijn vruchten af want vooral heuvelopwaarts had ik geen enkel probleem. Van mijn voornemen om voorzichtig te beginnen met gemiddelde kilometertijden van rond de 5 minuut en 30 seconden kwam niets terecht. Ik zat in een flow en alles ging vanzelf. Geen centje pijn.
Totdat ik op iets meer dan twee kilometer voor het einde werd ingehaald door een groepje hardlopers waarvan ik zeker wist dat ik ze zelf een hele tijd eerder had ingehaald. Dat liet ik niet op me zitten en versnelde mijn tempo om bij te blijven. Het bleef bij een poging want een steek in mijn achilleshiel maakte het onmogelijk om harder te gaan. Ik paste mijn tempo aan zodat ik wat minder last had en zag op mijn horloge dat het meteen erg langzaam ging. Te langzaam naar mijn zin om een mooie tijd neer te zetten nu ik die eerste twaalf kilometers zo goed had gepresteerd. Nogmaals versnelde ik. En nogmaals bleef het bij een poging. De pijn werd te erg en ik moest noodgedwongen even stoppen om wat oefeningen te doen.
Toen kwam de laatste domper van het weekend. Het lukte me niet meer om hard te lopen. Zodra ik wilde afzetten met mijn linkervoet deed dat zo ontzettend zeer dat ik niet durfde te forceren. Bang dat het dan misschien nog erger zou worden. Na enkele meters verder gestrompeld te hebben zag ik het niet meer zitten en heb het opgegeven. De resterende twee kilometer ben ik verder gehinkeld naar de finishplaats. Vandaar door naar de startplaats omdat ik bij god niet meer wist waar mijn auto stond, en toen op zoek naar het industrieterrein. Verkleumd vond ik na opnieuw bijna twee kilometer gelopen te hebben mijn auto en kon ik wat eten en warme kleren aantrekken.
Maar er was ook goed nieuws. De ontsteking bij mijn vader was geen bacterie en heeft geen effect op zijn hartklep. Ook de hoge temperatuur is inmiddels weer onder controle. Misschien kan hij over een aantal dagen alweer naar huis.