Of ik nu wel of niet in staat ben om morgen mee te doen (waarbij de balans bijna definitief naar niet is doorgeslagen), vandaag mocht ik als vrijwilliger aantreden om de hindernisbaan en de route rondom de kleine plas in gereedheid te brengen voor de jubileumrun. Nadat we de herentent omgetoverd hadden in een kantine verzamelden we de spullen om enkele hindernissen op te bouwen buiten het terrein.
Met een ladder op mijn schouder plus enkele touwen ploegde ik door de vette modder richting de plek waar we een swingover gingen opzetten. Al snel vielen termen als werklus, mastworp, paalsteek en prusikknoop. Terwijl ik er veiligheidshalve voor koos om het pad na de swingover grotendeels takkenvrij te maken zodat de meer ervaren knopers begonnen met een balk tussen twee bomen op te hangen, diepte ik mijn geheugen af naar voorbeelden hoe die knopen ook alweer gelegd moesten worden. Ik vond weinig.
Gelukkig kregen we niet veel later een uitgebreide uitleg over hoe de diverse knopen in elkaar staken (en ook weer uit elkaar gehaald konden worden). Het was allemaal logisch met kruisjes op (en rondjes onder) de balk waarna vervolgens het uiteinde van het touwtje door het midden terug moest om vandaar nog een keer door hetzelfde midden de andere kant op te gaan en zodoende te eindigen in een perfecte knoop (althans wanneer het gedaan werd door iemand met tig jaar knoopervaring). Mochten we in de war raken van al dat gesteek en getrek dan was daar altijd nog een palingbruggetje ezelsbruggetje waarbij je het diertje uit een vijver liet kruipen om de omgeving te bekijken totdat het zich verveelde en weer teruggleed de vijver in. Een kind kan de was doen.
Voor de zekerheid heb ik ze vanavond toch maar eventjes opgezocht op internet:



Kwestie van (veel) oefenen volgens onze leermeester. Misschien is het verstandig om morgen een stukje touw mee te nemen naar de apenhang wanneer ik daar als vrijwilliger de dag doorbreng.
Of zal ik toch…?
~ ~ ~