Een nieuwe variant
De timing was weer eens perfect. Op de dag dat vogelaars massaal bij elkaar waren gekomen in een Noord-Hollandse tuin om daar voor het eerst met eigen lens de roodkeelnachtegaal te spotten, viel bij ons ook een nieuwe variant te bespeuren.
Geen vogel, maar een naam in dit geval. Mijn naam om precies te zijn. Terwijl Inge baalde dat er vandaag weer geen brief bij de post zat in verband met de schadeafhandeling (geen fictie, Elja) aan haar auto legde ik alle aan mij gerichte post op een stapeltje. Meestal open ik ze pas later. Ik heb een ontzettende hekel aan post (en aan telefoontjes).
Kosky hates mail as much as he hates the phone (or such a phrase as a final solution: J.K.). They all enter your life uninvited — and when they want it. “They are our life’s totalitarian agents who spoil man’s spiritual soil,” he writes on a spare mental index card.
[p30-31, The Hermit of 69th Street, Jerzy Kosinski]
Toen het alsnog later was geworden kon ik er niet onderuit om wat door de binnengekomen post te bladeren. Veel verdween rechtstreeks in de bak met oud (nieuw?) papier. Ook nu weer enkel brieven met mijn naam foutief gespeld. Pellenaars. Het schijnt moeilijk te zijn. Met één l of met dubbel l. Of ae in plaats van aa. Alles passeert de revue en ik heb er ooit een mooie verzameling van aangelegd. Maar nieuwe varianten zie ik nog zelden.
Tot vandaag dan. De verzekeringsmaatschappij die namens de dochter van onze overburen de schade zal afhandelen had wel degelijk een brief gestuurd. Alleen niet aan Inge. En ook niet aan mij, zou ik kunnen zeggen. Want mijn naam is Pellenaars en niet Dellenaars.