20160207 — zondag

Ik kan het niet en ik wil het niet

lezenconfucius

Ieder­een kent denk ik wel dat grap­je van die Ame­ri­kaan­se toe­ris­ten op bezoek in Euro­pa waar­bij de doel­stel­ling lijkt te zijn om zoveel moge­lijk lan­den ‘af te vin­ken’. Iemand uit de groep vraagt waar ze zijn, en het ant­woord Ita­lië leidt tot de reac­tie ‘Oh, dan is het al woensdag’.

Wij krij­gen ze ook regel­ma­tig over de werk­vloer, collega’s uit Ame­ri­ka maar ook Chi­na of Japan, die er voor kie­zen om tij­dens hun (meest­al kor­te) ver­blijf in Neder­land toch te pro­be­ren nog een aan­tal lan­den in Euro­pa mee te pik­ken. We zijn er nu toch, is de moti­ve­ring. Niets op tegen, ware het niet dat ze daar­na menen heel Euro­pa gezien te heb­ben. In som­mi­ge geval­len zelfs te bewe­ren dat ze nu wel weten hoe de Euro­pe­a­nen in elkaar steken.

Tij­dens mijn mili­tai­re dienst­tijd (toen nog ver­plicht) leer­de ik een sol­daat ken­nen die tot vreug­de van zijn kamer­ge­no­ten een video­re­cor­der mee had geno­men. Elke avond draai­de het appa­raat over­uren. Zelf ging hij spor­ten of naar de kan­ti­ne. Het duur­de hem alle­maal veel te lang, een film van ander­half uur. Wan­neer men uit­ge­ke­ken was, duw­de hij de video­ban­den nog­maals ach­ter elkaar in de recor­der en bekeek ze in de fast for­ward. Zo kon hij erover mee­pra­ten maar kon hij zijn tijd aan ande­re zaken besteden.

Hen­drik-Jan vraagt deze week of ik snel­ler zou wil­len lezen. Het ant­woord is nee. Hier heb ik al eens aan­ge­ge­ven waar­om het iets is wat niet (meer) bij mij past. In ’t kort: ik kan het niet. Ooit dacht ik dat ik een snel­le­zer was, maar ach­ter­af bleek dat ik er niets van opge­sto­ken had. Veel van wat ik (snel) gele­zen (of over­ge­sla­gen) had, was ik (net zo snel) weer ver­ge­ten. Daar­na heb ik me er bij neer­ge­legd dat lezen bij mij z’n tijd nodig heeft.

Dat zou ik dus wel wil­len. Meer tijd om te lezen. Niet zodat ik heel snel heel veel kan lezen. Nee, eer­der het tegen­over­ge­stel­de. Zee­ën van tijd om woord na woord, zin na zin, ali­nea na ali­nea tot me te nemen in een mij pas­send rus­tig tem­po, waar­bij er vol­doen­de ruim­te is om alles te laten bezin­ken en te over­den­ken. In plaats van 10 blad­zij­des in 1 uur, de luxe van 10 blad­zij­des in 4 uur. Heer­lijk lijkt me dat.

Ik ben (al een hele tijd gele­den) tot het besef geko­men dat ik nooit van mijn leven alles kan lezen wat ik ooit zou wil­len lezen. Daar­om richt ik me sinds­dien op het genie­ten van en ver­die­pen in dat­ge­ne wat ik de moei­te waard vind om te lezen. Kwa­li­teit boven kwan­ti­teit. Meer is er voor mij niet weg­ge­legd. En dat is geen straf.

~ ~ ~
Dit is een bij­dra­ge voor het #50books ini­ti­a­tief dat in 2016 door Hen­drik-Jan de Wit wordt verzorgd.
Vraag 6
Zou je snel­ler wil­len lezen?