Het weer was aangenaam gister toen we de parkeerplaats bij het sportterrein opdraaiden. We besloten daarom voor de korte mouwen te gaan. Dat kort daarna de wind aantrok en het begon te miezeren mocht de pret niet drukken. Wel dat het parcours voor het grootste gedeelte dwars door het bos ging. Menigeen die hier niet zoals wij voor de eerste keer meedeed had bewust (vermoed ik) voor de lange mouwen gekozen als bescherming tegen de boomtakken en het struikgewas waar we ons een weg door moesten banen.
Wisten wij veel. Het blijkt dat je niet alleen hindernissen moet leren lezen, ook enige parcourkennis is mooi meegenomen voor de juiste kledingkeuze.
We, dat waren Susan en ik. En we liepen de survivalrun in Zeist. De afstand was 6,5 km Recreanten. Maar we hadden onze zinnen gezet om alle hindernissen volgens de JSC‑A wedstrijdcategorie te nemen. Gewoon, om eens te ervaren hoe zwaar dat is. Het zou mij een indicatie kunnen geven waar ik ergens sta na bijna driekwart jaar training. Ik speel voorzichtig met het idee om voor het volgende seizoen een wedstrijdlicentie voor de Basis categorie aan te vragen1. Een realitycheck om de zoveel tijd kan dan geen kwaad. En wat Susan betreft, ach dat is gewoon Susan. Die is zo ongelooflijk sterk. Weinig wat haar kan stoppen.
Uiteindelijk heb ik bij drie hindernissen voortijdig moeten afhaken. Eenmaal omdat me de kracht ontbrak om het einde van een combi te halen, en daarna door een gebrek aan techniek om een bepaald onderdeel binnen een combi op de juiste manier uit te voeren. Voor de rest ging het wonderbaarlijk goed. Hoewel ik met de finish in zicht flink moe in de armen werd lukte het me toch zonder al te veel moeite de laatste hindernis te voltooien. Ik kan dus tevreden terugkijken op dit geslaagde experiment. Net zoals Susan trouwens die volgens mij alles gehaald heeft.
Het parcours:
De eerste apenhang die we tegenkwamen:
De oversteek over het buitenzwembad nadat we er eerst al doorheen hadden moeten waden:
De eindhindernis met allereerst schuiflussen:
Daarna een stukje ‘koorddansen’ over een steigerpijp waarbij een stuk touw voor de juiste balans kon dienen:
En als laatste een loshangende pakladder:
Vervolgens nog een lage swingover en dan de verlossende bel:
Het is ons gelukt!
Met de felicitaties van Joey Bakker, die achteloos vermelde dat hij het parcours die dag inmiddels al 3x had gelopen. Tja, je bent niet voor niets kampioen.
Alle foto’s zijn gemaakt door Kees Bakker. Meer sfeerbeelden zien van deze prachtige sport, klik dan hier en hier.
~ ~ ~
Er zijn vier verschillende categorieën of circuits:
JSC: Jeugd Survival Circuit
Voor de jeugd van 10 t/m 17 jaar. Er wordt gestreden in de categorieën: 10–12 (JSCC), 13–14 (JSCB) en 15–17 (JSCA) jaar. De organisaties zullen bij het ontwerpen van het parcours rekening houden met de leeftijd van de deelnemers. Er wordt op zijn minst onderscheid gemaakt tussen de deelnemers in de leeftijd van 10–14 en de deelnemers van 15–17. De finishtijd van de winnaar in de klasse 15–17 bedraagt ongeveer 50 minuten. Voor de andere categorieën bedraagt deze tijd ongeveer 30 minuten.BSC: Basis Survival Circuit
Vanaf 18 jaar. Vanaf het wedstrijdseizoen 2007/2008 zal het Basis Survival Circuit (voorheen MRC+ circuit) voor het eerst een officieel wedstrijdcircuit zijn. Voor atleten die het RUC nog een stap te ver vinden, kan men in het Basis Survival Circuit toch kennismaken met de spanning van het meedoen in wedstrijdverband. De gemiddelde eindtijd van de eerste 10 reglementair gefinishte deelnemers zal ongeveer 0:55 uur bedragen. Het parcours van een B.S.C.-run zal gelijk zijn aan die van een JSC‑A wedstrijd.RUC: Run Up Circuit
Vanaf 18 jaar. De gemiddelde eindtijd van de eerste 10 reglementair gefinishte deelnemers zal ongeveer 1:30 uur bedragen. De gemiddelde lengte van een R.U.C.-run zal ongeveer 11 km bedragen.TSC: Top Survival Circuit
Vanaf 18 jaar. De gemiddelde eindtijd van de eerste 10 reglementair gefinishte deelnemers zal ongeveer 2:30 uur bedragen. De gemiddelde lengte van een TSC run zal ongeveer 17 km bedragen. ↩