Gemengde gevoelens

Ineens had ik er dan toch nog last van. Gis­ter­avond. Een gezon­de por­tie zenu­wen. Waar­om? Omdat ik van­daag een sur­vi­val­run zou gaan lopen in Olden­zaal. Niets bij­zon­ders zou je geneigd zijn te den­ken wan­neer je me al lan­ger dan van­daag volgt. Ten­slot­te heb ik er nu al ver­schil­len­de ach­ter de rug1. Ik weet wat me te wach­ten staat.

En daar wringt ‘m nu net de schoen. Want ik weet dat je zo’n sur­vi­val­run niet zomaar even­tjes tus­sen­door doet. Ten­min­ste, als je van plan bent om ‘m in een fat­soen­lijk tem­po te lopen en ook nog eens alle hin­der­nis­sen op de juis­te manier te vol­bren­gen. Niet dat je als recre­ant gevaar loopt je band­je in te moe­ten leve­ren (iets wat alleen voor de wed­strijd­lo­pers is weg­ge­legd) maar het is m’n eer te na om te snel op te geven.

Dus wat is het probleem?

Wel, voor­na­me­lijk het gege­ven dat ik al ruim twee weken niet meer in de gele­gen­heid ben geweest om te trai­nen. Door de pro­ject­werk­zaam­he­den op kan­toor die zo’n beet­je al mijn (vrije) tijd beslaan heb ik zelfs geen kans gezien om tus­sen­door een rond­je te gaan hard­lo­pen, laat staan een sur­vi­val­trai­ning mee te pak­ken. Al die tijd heb ik wel­is­waar hard gewerkt ach­ter de com­pu­ter maar ver­der geen lichaams­be­we­ging van bete­ke­nis gehad. Niet echt de ide­a­le voor­be­rei­ding die ik in gedach­ten had toen ik me enke­le maan­den gele­den inschreef voor deze run.

Zou ik het nog kunnen?

Ja dus. Het viel alles­zins mee. Met het hard­lo­pen had ik geen enkel pro­bleem. Ook de mees­te hin­der­nis­sen waren goed te doen. Van de kor­te touw­tjes wist ik bij voor­baat dat die me niet zou­den luk­ken. Zeker niet op de manier hoe ze er in Olden­zaal bij­hin­gen. Veel te laag, waar­door ik zowat op de grond kon staan.

Wat me ech­ter ach­ter­af niet zo’n goed gevoel aan deze run geeft, waren de vele opstop­pin­gen en lan­ge wacht­tij­den bij de hin­der­nis­sen. Voor­al in het twee­de gedeel­te van de run werd dat steeds erger. Zon­der over­drij­ven denk ik dat we wel meer dan een half uur heb­ben stil­ge­staan. Niet echt fijn wan­neer je flink nat van­uit het water in de wind staat te klap­per­tan­den voor­dat je weer ver­der kunt. Ook hoe som­mi­ge hin­der­nis­sen waren opge­bouwd kon me niet echt beko­ren. Een aan­tal keren heb ik me lelijk gesto­ten aan stei­ger­pa­len of ander slor­dig weg­ge­werkt mate­ri­aal. Daar komt nog bij dat op som­mi­ge hin­der­nis­sen deel­ne­mers bezig waren waar­van je je kon afvra­gen of ze alle basis­tech­nie­ken wel door­ge­no­men had­den. Voor­al bij de hoge eind­hin­der­nis in het water gaf dit gevaar­lij­ke situ­a­ties waar een enke­ling zich door ver­moeid­heid over­mand zon­der te kij­ken naar bene­den liet vallen.

Dit alles in com­bi­na­tie met nog­al stug­ge vrij­wil­li­gers en een zwijg­zaam publiek langs de kant droeg er toe bij dat het de eer­ste keer was dat ik niet vol enthou­si­as­me over de streep ging om de bel te lui­den. Hope­lijk een uit­schie­ter in nega­tie­ve zin, want alle voor­gaan­de runs waren alle­maal stuk voor stuk gewel­di­ge bele­ve­nis­sen. Bin­nen­kort maar snel ergens inschrij­ven voor een nieu­we run.


  1. Te weten Dinx­per­lo, Gen­drin­gen, Zeist en Arn­hem