Harreveld, here we come!

Via via kreeg ik gis­ter te horen dat er als­nog plaat­sen vrij waren geko­men om je in te schrij­ven voor de sur­vi­val­run in Har­re­veld. Dat kwam mooi uit. Met een beet­je geluk zou dat ook zo zijn voor de 8 km recre­an­ten, de afstand waar ik graag aan mee zou doen. Na de ietjes vreemd ver­lo­pen run in Olden­zaal waar ik wat gemeng­de gevoe­lens aan over­ge­hou­den had zou dit een nieu­we kans zijn om het sei­zoen posi­tie­ver af te slui­ten. Want de wei­ni­ge runs die er nog zijn voor de zomer zijn alle­maal al volgeboekt.

Mezelf met­een inge­schre­ven dus. En snel con­tact gezocht met mijn ‘vas­te’ run­maatje Susan.

Die bleek bezig te zijn met een ste­vi­ge trai­ning voor in dit geval een wan­del­tocht van 100 km bin­nen­kort ergens Bel­gië. Ja, 100 km, je leest het goed. Op één dag. Het is slechts een zoveel­ste voor­beeld van de meest extre­me uit­da­gin­gen die zij aan­gaat. Ik kijk er inmid­dels niet meer van op maar blijf er wel de groot­ste bewon­de­ring voor heb­ben. Wat een atleet! Ik ben er dan ook trots op dat ik samen met haar kan sporten.

Omdat zij zich zelf op dat moment niet kon inschrij­ven en er nog slechts een plek te ver­ge­ven was, besloot ik het voor haar te doen. Had ik mooi de gele­gen­heid om haar een cadeau­tje te geven door het inschrijf­geld voor mijn reke­ning te nemen. Zo gezegd zo gedaan.

Wat me opviel toen ik ging chec­ken of we op de start­lijst ver­meld ston­den was dat zij een BSC wed­strijd­li­cen­tie ach­ter haar naam had staan. Ze had me dit al eer­der gezegd maar ik was het ver­ge­ten. Het zou bete­ke­nen dat ik vol­gend sei­zoen niet meer met haar zou kun­nen star­ten als recre­ant zijn­de mocht zij inder­daad beslui­ten om wed­strij­den te gaan lopen.

Op de trai­ning deze avond kwa­men we hier­over aan de praat en onze train­ster van de dag hoor­de dit. Ze vroeg me waar­om ik dan geen licen­tie ging aan­vra­gen. Aar­ze­lend gaf ik aan te den­ken dat ik daar niet voor in aan­mer­king zou komen. Zij dacht van wel maar kwam met een voor­stel. Over een maand­je zou ze mij aan een spe­ci­a­le trai­ning onder­wer­pen van een half uur om te zien hoe het mijn ver­zu­ring is gesteld. Mocht ik daar goed door­heen komen dan kon zij wel een inschat­ting geven of het rea­lis­tisch is om voor die licen­tie te gaan.

Want hoe­wel je zo’n licen­tie in prin­ci­pe altijd krijgt wan­neer je ‘m aan­vraagt, wil ik wel een beet­je fat­soen­lijk voor de dag komen. En natuur­lijk niet al te veel ter­rein op Susan gaan verliezen.

Het bete­kent dat ik de komen­de tijd flink aan de bak moet voor die spe­ci­a­le trai­ning. Een mooie opste­ker was dat me deze avond ein­de­lijk de kor­te touw­tjes goed afging. Dat was voor de eer­ste keer sinds ik met sur­vi­val­run ben begon­nen. Het veel­vul­dig trai­nen begint z’n vruch­ten af te werpen.