Na mijn werk reed ik deze avond over de vernieuwde A12 tussen Ede en Arnhem naar huis. Sinds afgelopen weekend is er een rijbaan bijgekomen en plots zijn er geen files meer. Op kantoor dacht aanvankelijk een collega dat de internetpagina met de verkeersinformatie kapot was. Hoe vaak hij ook op de refreshknop klikte er werd geen vertraging getoond op de route die normaal gesproken alleen maar stapvoets afgelegd kan worden.
Het klopte. Zonder oponthoud kon ik vanaf de A30 invoegen op de A12 waar het anders lijkt op een vastgelopen ritssluiting. Nu kon ik gewoon doorrijden. Het leek of er nog niet de helft van het aantal voertuigen op de weg was dat ik normaal op andere dagen stil zag staan. Ter hoogte van Oosterbeek vroeg ik me af wat een automobilist zou ervaren die hier nooit eerder was geweest. Waarschijnlijk zou hij zich afvragen waarom er een zo goed als ongebruikte derde rijbaan aangelegd was. Hij had niet de ervaring van jaren filerijden op dit traject achter de rug.
Omdat het probleem niet meer te zien is, is ook de oplossing soms niet direct zichtbaar. Misschien is het beter om grote billboards naast de snelweg te plaatsen met hoe het voorheen was.
Op mijn werk zaten we met een omgekeerde situatie. Met een select groepje analisten hadden we een probleem ontdekt in een van onze bedrijfsadministratieve processen. Niemand echter die het tot dan toe gezien had. En ook toen we het probeerden te verklaren kon niet iedereen ons volgen. Binnenkort denken we het opgelost te hebben.
Maar nu al weet ik dat er reacties zullen komen van collega’s die zich afvragen waarom we zoveel tijd en geld hebben uitgegeven aan iets wat door niemand als een probleem werd ervaren. Soms vraag ik me af of het niet beter is om eerst alles in de soep te laten lopen voordat we met een fix komen.