The unpopular vote
Een van de eerste dingen die ik ’s ochtends doe is het nieuws checken. Vluchtig de headlines doornemen. Zo ook deze ochtend. Slaapdronken bladerde ik door de berichten op mijn smartphone en waande me in een alternatieve geschiedenis alwaar we alsnog geconfronteerd werden met de ‘wat als’ Donald Trump verkozen zou zijn tot president van de Verenigde Staten. Maar ik droomde niet. Met stijgende verbazing las ik hoe Trump de ene kiesman na de andere binnenhaalde terwijl Hillary Clinton haar voorsprong op stemmen behield zonder dat het haar een overwinning ging brengen. Uiteindelijk zou in de loop van de dag duidelijk worden dat de 236.000 extra kiezers die op Clinton hadden gestemd desondanks niet voldoende waren om haar de eerste vrouwelijke president van de VS te maken. Lang leve het Amerikaanse kiessysteem! Clinton restte slechts de zogenaamde ‘popular vote’, en hoe cynisch achteraf bezien dat deze poedelprijs naar de kandidaat is gegaan die gedurende de gehele campagne te horen kreeg dat ze niet populair genoeg was.
Wat volgens mij inderdaad een van haar grootste problemen was in de verkiezingsstrijd met Trump. Een overgroot deel van de Amerikaanse bevolking vertrouwt haar niet.
Hillary Clinton was a flawed candidate but a resilient, intelligent, and competent leader, who never overcame her image among millions of voters as untrustworthy and entitled. Some of this was the result of her ingrown instinct for suspicion, developed over the years after one bogus “scandal” after another. And yet, somehow, no matter how long and committed her earnest public service, she was less trusted than Trump, a flim-flam man who cheated his customers, investors, and contractors; a hollow man whose countless statements and behavior reflect a human being of dismal qualities—greedy, mendacious, and bigoted. His level of egotism is rarely exhibited outside of a clinical environment.
[An American Tragedy, David Remnick , November 9, 2016, The New Yorker]
Alleen heb ik niet het idee dat al die kiezers die een stem op Trump hebben uitgebracht dat deden om Clinton een hak te zetten. Nee, ik denk dat deze kiezers het gewoon eens zijn met dit wereldbeeld uitgedragen door Trump. Waarbij we ons niet in de luren moeten laten leggen door het etiket van patriotisme wat men geneigd is te gebruiken waardoor zij zich tot Trump voelen aangetrokken. Donald Trump is racistisch, vrouwonvriendelijk, en bovenal agressief, respectloos en haatdragend naar iedereen die het niet met hem eens is. Je hoeft er geen moeite voor te doen om hier talrijke voorbeelden van te vinden. Hij schaamt zich nergens voor. Wat zijn aanhangers dan weer prachtig vinden. Ze smullen ervan. Omdat ze hetzelfde denken. Hetzelfde in elkaar zitten. Verbonden in een gezamenlijke afkeer tegen iedereen die niet past in hoe zij de wereld bezien. Waarbij het tegenwoordig ook nog eens de norm is dat alles geoorloofd is om deze afkeer te laten blijken.
Niet lang geleden viel er een exemplaar van De Gids bij ons op de deurmat en vanaf de voorpagina schreeuwde Trump mij toe. Dacht ik. Omdat ik las:
Wie niet voor mij is vergist zich deerlijk
Wie mij hindert heeft een groot probleem
Wie zich verheft zal vallen tot hij breekt
De tekst bleek een citaat uit de opera ‘Who’s afraid of Orfeo?’ door Piet Gerbrandy. Het was dan wel niet Trump die het zei, maar het vat treffend samen waar het bij hem en zijn geestverwanten om draait:
- een onvoorwaardelijk geloof in eigen gelijk en kunnen
- een nietsontziende vastberadenheid om alles uit de weg te ruimen wat dat eigen gelijk en kunnen in de weg staat
Ik vind dat eng. Vooral omdat Trump binnenkort deze egocentrische visie voortaan kan uitdragen vanuit het Witte Huis. Met een Senaat en Congres achter hem waar momenteel de Republikeinen de meeste zetels bezetten. Zal ‘zijn’ partij1 hem in toom weten te houden? Of vinden die het eigenlijk wel goed zo? Wie weet denkt men op basis van de verkiezingsuitslag dat dit de nieuwe werkelijkheid is. Dat ‘het politieke spel’ voortaan aan nieuwe regels gehoorzaamt. Regels die Trump ogenschijnlijk beter weet te doorgronden dan enig ander in zowel de Republikeinse als de Democratische partij getuige zijn klinkende overwinning die weinigen zagen aankomen.
Waar het naar toe gaat is mij volslagen onduidelijk, maar helemaal gerust ben ik er niet op nu een megalomane man als Donald Trump dit voor elkaar heeft weten te krijgen. Voor hem is het een zoveelste bevestiging dat hij overal mee wegkomt en in zijn ogen de juiste dingen doet en zegt. Voor veel politici (of wat daarvoor door mag gaan) in de rest van de wereld zal hij als een rolmodel gaan fungeren om hun aspirities op velerlei gebied meer kracht bij te zetten omdat ze weten dat er voldoende kiezerspotentieel voorhanden is dat hen zal steunen. Nog meer dan anders blijft het noodzaak om ze te blijven hinderen. Ze vergissen zich namelijk wel degelijk. En ze zijn niet in de meerderheid.
Eigenlijk heb ik geen enkele illusie dat Trump zich ook maar iets gelegen laat zijn aan wat men van hem vindt binnen de partij, indachtig ‘Wie niet voor mij is …’. ↩