Veno in the Icelands — I did it!
Vaseline. ’s Ochtends had ik een potje op de badkamer zien staan. Daar was het bij gebleven. Eenmaal aangekomen in de sporthal waar men zich kon aanmelden voor de survivalrun van Vollenhove besefte ik mijn vergissing.
Overal zag ik deelnemers hun benen, armen en buik/borst inwrijven met het goedje. Als bescherming tegen de koude buitenlucht natuurlijk, want met een guur windje in combinatie met temperaturen rondom het vriespunt was dit wel raadzaam te doen. Maar bovenal vanwege het ijskoude water waar we verschillende keren doorheen moesten kon het misschien het verschil uitmaken tussen wel of niet (met bandje) de finish halen. Ik hoopte er maar het beste van zo zonder vaseline, en maakte in gedachten een aantekening om dit bij een volgende run niet meer te vergeten (samen met extra veters, schoenen, douchegel, en wat ik nog meer tot mijn spijt achteraf gewend ben niet in mijn tas te stoppen).
Om 10:15 uur mocht ik vertrekken in zowat de laatste startgroep van de Korte Survivalrun (BSC) categorie. De wedstrijdpunten die ik tot nu toe bij elkaar gelopen heb in Gennep, Enschede en Deest zijn namelijk nog niet zodanig dat een startgroep meer vooraan tot de mogelijkheden behoort. Maar daar is het me dit seizoen niet om te doen. De insteek is om zoveel mogelijk runs te lopen om de parcours te leren kennen en een aantal keer met bandje over de finish te gaan. Dat laatste is helaas nog niet gelukt. En de grote vraag was of het vandaag zou gaan lukken gezien de best wel barre omstandigheden. Tenslotte heb ik dat nog niet zo vaak mogen meemaken sinds ik in de zomer van 2015 aan deze sport ben begonnen. Een hoop regen, dat wel. Maar ijs en sneeuw is me bespaard gebleven. Tot nu dan voor wat het ijs betreft.
Laat ik beginnen met te vermelden dat het me gelukt is! Na 2 uur en 8 minuten ging het bijna nog mis toen ik bij de eindhindernis in de lussen een misstap maakte en me alleen met de grootste moeite kon vasthouden. Ik geloof niet dat ik nog de kracht in mijn verkleumde handen had om opnieuw in de touwen te klimmen. Gelukkig was dat niet nodig. Op weinig elegante wijze wist ik in de staplussen te blijven hangen. Een laatste krachtsinspanning bracht me over de enige balk die me nog scheidde van de bel. Het koude water waar ik in terecht kwam voelde als een heerlijk bad. Ik had het gehaald! Nog nooit geweten hoe goed het voelt om dan die bel te luiden.
Maar wat was het afzien geweest. De wind viel nog wel mee. Het water daarentegen was killing. Dat begon al kort na de start waar je een stuk moest rennen over pallets die op het water dreven. Hoe je dit ook deed, je hield er minimaal natte voeten aan over. Meteen erna een apenhang waarvan het touw compleet doorweekt was. Niet veel later een oversteek over een sloot waarbij alle pogingen om hier droog overheen te gaan totaal zinloos waren omdat een bocht verder je rechtstreeks een plas in gestuurd werd waar de ijsschotsen nog op dreven. Ik heb tweemaal aan een zogenaamde Mud & Water obstacle race deelgenomen, maar de hoeveelheid water die we bij deze Veno in the Wetlands moesten trotseren kon daar makkelijk aan tippen. Met het verschil dat die Obstacle race midden in de zomer word georganiseerd. Toch wel een verschil.
Of het door die koude kwam weet ik niet. Halverwege kreeg ik steeds vaker last van kramp in mijn linkerkuit. Niet alleen lastig bij het rennen, vooral bij het klimwerk bracht het mij in de problemen. Ik kon namelijk op zo’n moment geen fatsoenlijke voetklem zetten. Het enige wat ik kon doen was wachten tot het wegtrok. En dan heel voorzichtig een nieuwe poging wagen. Terwijl ik eigenlijk verder wilde, want dat stilstaan maakte dat ik het nog kouder kreeg.
Hoe dan ook. Ik heb het gehaald. Zonder vaseline en met bandje. Waarschijnlijk weer ergens in de achterste regionen van de BSC categorie, maar desondanks zo trots als een pauw.