Ontdekkingsreis door het onbekende

[p.109–114]

Een kort hoofd­stuk van­daag. Slechts zes blad­zij­des. Het begint met een beschrij­ving hoe de motor­rij­ders hun weg ver­vol­gen via de Yel­low­sto­ne Val­ley door de staat Mon­t­a­na. Onder­weg zien ze een gedenk­te­ken voor de ont­dek­kings­rei­zi­gers Lewis en Clark die begin 19de eeuw een expe­di­tie onder­na­men om over het land van oost naar west te trek­ken, de zoge­naam­de North­west Pas­sa­ge. Na een uit­een­zet­ting over deduc­tie en induc­tie, twee vor­men van argu­men­ta­tie­tech­nie­ken om op een logi­sche manier een hië­rar­chisch opge­bouwd sys­teem te door­gron­den, ein­digt het hoofd­stuk met een bij­na-bot­sing. Een tege­moet komen­de vracht­wa­gen heeft moei­lijk­he­den om terug te komen op de ande­re rij­baan na een inhaal­ma­noeu­vre en weet de motor van de ik-per­soon op het nip­per­tje te ontwijken.

De beschrij­ving van het land­schap en het net-niet onge­luk nemen iets meer dan één blad­zij­de in beslag, de rest gaat over het voor­naams­te ver­schil tus­sen deduc­tie en induc­tie en hoe je deze weten­schap­pe­lij­ke metho­des kunt inzet­ten bij het oplos­sen van pro­ble­men. Toch wordt het ner­gens saai of komt het te gefor­ceerd over. Dat heeft me altijd gefas­ci­neerd aan dit boek. De wis­sel­wer­king tus­sen het reis­ver­slag en Chau­tau­qua blijft boei­end. En het lijkt of ik bij elke her­le­zing weer iets nieuws ontdek.

Zo was me niet eer­der de paral­lel met de trek naar het wes­ten opge­val­len (of bij­ge­ble­ven) waar­aan regel­ma­tig gere­fe­reerd wordt. Al eer­der las ik:

I am a pio­neer now, loo­king onto a pro­mi­sed land.
[p.96, Zen]

Ik had er de vol­gen­de aan­te­ke­ning bij gemaakt:

  • pio­nier zoals in de oor­spron­ke­lij­ke bete­ke­nis van ’the west­ward expan­si­on’, bekend van de slo­gan ‘Go West, young man!’;
  • pio­nier in de gedach­ten­we­reld van Phaedrus

Nu dan opnieuw een ver­wij­zing in de vorm van het gedenk­te­ken voor Lewis en Clark. Het lijkt een meta­foor te zijn voor de zoek­tocht van de ik-per­soon door de gedach­ten­we­reld van Phaed­rus. De flar­den ver­lo­ren gewaan­de (beter: ver­lo­ren gemaak­te) ken­nis die hij stuk­je bij beet­je weet te her­in­ne­ren kan men ver­ge­lij­ken met het in kaart bren­gen van onbe­kend gebied. Zon­der dat dui­de­lijk wordt hoe en waar het gaat eindigen.

Voor mij­zelf vorm­den de uit­wei­din­gen over filo­so­fie en weten­schap net zo goed een expe­di­tie door onbe­kend ter­rein. Geluk­kig trof ik in Pir­sig de per­fec­te reis­lei­der. Hoe­wel ik niets met motors had/heb, waren de voor­beel­den van motor­on­der­houd om de the­o­re­ti­sche stof uit te leg­gen zo aan­spre­kend dat ik geen moei­te had om door te blij­ven lezen ondanks dat ik lang niet alles begreep. Afge­wis­seld met de bele­ve­nis­sen tij­dens de motor­t­rip zorg­de het ervoor dat ik niet voor­tij­dig afhaak­te maar wil­de weten hoe het ver­der ging. Wat mij betreft een ide­a­le com­bi­na­tie om nieu­we stof te leren.

~ ~ ~