Minutenwerk
Vanochtend ging de wekker om 5:50 uur. Net zoals op andere werkdagen. Normaal laat ik ‘m nog één of hooguit twee keer snoozen, maar nu dwong ik mezelf op te staan omdat het mijn laatste werkdag van de week was. Er moest nog een hoop gebeuren voordat ik een weekje kerstreces kon vieren. En overwerken zat er niet in want om 17 uur was het verzamelen voor een informele receptie ergens in Veenendaal.
Dus stond ik niet veel later in de badkamer en duurde het langer dan normaal voordat onze twee poezen zich rekkend en strekkend tussen mijn benen door worstelden smekend om aandacht terwijl ik me probeerde te scheren zonder diepe snijwonden in mijn gezicht te op te lopen.
Nadat ik me in mijn kantoorkleren had gehesen ging ik naar beneden om brood te smeren. Aan de keukentafel zat Inge met een kop koffie nog niet helemaal wakker te wezen. De poezen had ik al een tijdje niet meer gesignaleerd terwijl ze anders aandachtige toeschouwers zijn wanneer ik in de keuken bezig ben. Blijkbaar allebei geen honger deze ochtend.
Toen ik mijn tas pakte en mijn jas aantrok om te gaan kreeg ik te horen waarom ik zo vroeg was vandaag. Op de klok zag ik dat het tien over half was in plaats van tien voor. Ik mompelde iets van laatste dag deze week, veel te doen en ook nog een borrel vanavond voordat ik haar een kus gaf ten afscheid.
Buiten was het donker. Heel donker. Onderweg was het rustig. Heel rustig. Op kantoor was het stil. Heel stil.
Het was kwart over. Een collega die steevast om 7 uur aanwezig is (zodat hij steevast om 16 uur naar huis kan) was er niet. Voor hem was de vakantie al begonnen. Een kwartier later was er nog steeds niemand. Om kwart voor zag ik een collega van een andere afdeling binnenkomen. Wat ben je vroeg, merkte ze op in het voorbij lopen. Weer een kwartier later kwam de collega binnen die normaal gesproken al om 7 uur aanwezig zou zijn. Wat ben je laat, merkte ik op.
We keken allebei naar de klok. Wat ben jij vroeg, was zijn reactie. Het was precies 7 uur. Van Inge kreeg ik een berichtje dat ik vergeten was mijn wekker uit te zetten. Langzaam viel het kwartje op zijn plaats en besefte ik dat het haar wekker was waar ik van wakker was geworden. Zij moest al vroeg op voor een dringende klus en had het alarm op 4:50 gezet. Ik had alleen naar de minuten gekeken. Zoals ik altijd doe ’s ochtends.