Suzan schenkt zichzelf nog maar eens een kopje koffie in. Dit is haar eerste kerstmis zonder Laurens sinds ze een half jaar geleden uit elkaar zijn gegaan. Honderdvijfenzestig dagen om precies te zijn. Op die bewuste dag zelf hadden ze geen ruzie gehad. Na het avondeten was Laurens gaan tennissen met collega’s. De volgende ochtend werd Suzan wakker in een verder leeg bed. Later op de dag belde Laurens haar op dat hij was ingetrokken bij een vrouw waar hij al een tijdje een verhouding mee had.
De koffie smaakt bitter. Suzan was nog niet gewend aan het nieuwe apparaat. Hoewel, nieuw? Het was een afdankertje van een vriendin dat was blijven staan nadat ze het eerste kluswerk in haar appartement achter de rug had. Net zoals dat voor meer spullen het geval was. Gekregen van behulpzame vrienden die haar kant hadden gekozen. Want zo voelde het wel. Alsof er ergens een geheime vergadering was geweest waar men had moeten kiezen tussen Laurens en Suzan. De uitslag was nooit publiekelijk bekend gemaakt maar ergens had Suzan het idee dat ze er als verliezer was uitgekomen.
Met haar koffie in de hand loopt Suzan van de keuken naar de woonkamer. In de hoek staat de kerstboom die ze gister gekocht heeft. De hele middag was ze bezig geweest om tussen de vele, grotendeels nog ingepakte dozen, de kerstversiering te zoeken. Zonder resultaat. Daarna had ze geen zin meer gehad om nog de stad in te gaan om nieuwe te kopen. Met een deken was ze op de bank gekropen en al snel in slaap gevallen. Midden in de nacht was ze wakker geschrokken. Even had ze gedacht dat iemand haar stond aan te staren. Laurens? Nee, het was de kerstboom.
Morgen heeft Suzan afgesproken om bij haar ouders op bezoek te gaan. De rest van de familie zal er ook zijn. Voor vandaag had ze wat vrienden gevraagd of ze zin hadden bij haar kerst te vieren. Niemand kon. Ze had niet echt haar best gedaan iemand over te halen alsnog te komen. Het was wel best zo. De laatste tijd is Suzan het liefst alleen. Nergens heeft ze nog zin in. Vanavond zal ze haar ouders bellen dat ze zich niet goed voelt. Oh, niets ernstigs hoor. Gewoon wat grieperig. Het zal wel de vermoeidheid zijn die er nu pas uitkomt na alles wat er de afgelopen tijd is voorgevallen. Maak je vooral niet ongerust over mij.
Terug in de keuken zet Suzan het lege koffiekopje in de wasbak en spoelt ze de overige koffie weg. Ze denkt erover een klein uurtje op bed te gaan liggen. Niet langer. Misschien is het toch wel een beetje waar van die vermoeidheid. Dat zou helemaal niet zo vreemd zijn. Het waren tenslotte echt zware maanden geweest. Voordat ze in bed kruipt zet ze voor de zekerheid haar telefoon uit. De gordijnen zijn nog dicht. Het duurt niet lang voordat ze in een droomloze slaap glijdt.