Zo begint iedere boekverzameling

Hoe­wel we nu al ruim een week in ons nieu­we huis wonen staan al mijn boe­ken nog inge­pakt in dozen ergens op de zol­der van de schuur. Ik dacht dat de boe­ken die voor­af aan de ver­hui­zing op mijn nacht­kast­je lagen in een apar­te doos zaten die ergens op mijn werk­ka­mer zou moe­ten staan. Tot nu toe heb ik ‘m niet weten te vinden.

Omdat ik zon­dag­och­tend in alle vroeg­te zin had om wat in de tuin te gaan lezen voor­dat het al te warm zou wor­den ging ik naar de schuur en open­de aldaar de eer­ste doos waar ik bij kon en nam er het boven­ste boek uit. Ik had me voor­ge­no­men om niet moei­lijk te doen. Wat ik tevoor­schijn zou halen zou ik gaan lezen. Geen beden­kin­gen. Niet even­tjes kij­ken of het boek wat er onder lag mis­schien aan­trek­ke­lij­ker kon zijn.

Wat ik me later ook bedacht is dat ik mis­schien mijn boe­ken voor­lo­pig inge­pakt moet laten. De werk­ka­mer die ik nu heb is wel­is­waar van gelij­ke groot­te als in ons oude huis maar de inde­ling is zoda­nig dat ik er min­der boe­ken­kas­ten op kwijt kan. Voor­af was ik van plan al een opde­ling te maken van wel­ke boe­ken ik in de kas­ten zou gaan zet­ten. Het is er alleen niet van geko­men. Het nieu­we plan is beet­je bij beet­je boe­ken uit te pak­ken, deze (opnieuw) te lezen en dan te beslui­ten of ik ze (in de boe­ken­kast) wil bewaren.

Je zou kun­nen zeg­gen dat het een nieu­we invul­ling is van mijn oude ‘boe­ken­kast-ini­ti­a­tief’ waar ik een poging deed om mijn boek­ver­za­me­ling in kaart te bren­gen door boe­ken te lezen en ver­vol­gens te bepa­len of ze moch­ten blij­ven. Alleen ston­den ze toen al in de kast en lie­pen aldus het gevaar hun plek­je kwijt te raken. Dit­maal staat er geen enke­le in de kast en moe­ten ze één voor één bewij­zen dat ze er wel dege­lijk thuishoren.

Het spits wordt afge­be­ten door Coen Simon met Zo begint iede­re zie­ner. Ergens vind ik het wel een toe­pas­se­lij­ke titel. Maar of dat vol­doen­de is?

In Zo begint iede­re zie­ner waar­schuwt filo­soof Coen Simon dat het heden­daag­se gevecht om de waar­heid tus­sen geloof en weten­schap uit­ein­de­lijk de onder­gang zal bete­ke­nen van het belang­rijk­ste wat de mens bezit: zijn per­soon­lij­ke erva­ring.
In een terug­blik op de fan­ta­sie­rij­ke jaren van zijn eigen jeugd legt Simon de luci­de krach­ten van de men­se­lij­ke ver­beel­ding bloot. Zijn zoek­tocht langs de ran­den van het den­ken geeft zó’n onver­wach­te kijk op geheu­gen, tijd, geluk, vriend­schap, gevoel, droom en magie, dat nie­mand nog ver­langt naar een ande­re wer­ke­lijk­heid dan de onze.

Zo begint iede­re zie­ner
Coen Simon
Uit­ge­ve­rij Ambo
ISBN 9789026323904