Tenniselleboog

Al maan­den loop ik rond met een pijn­lij­ke onder­arm. Ik dacht dat het wel te maken zou heb­ben met het vele sloop, sjouw en ander­soor­tig werk van tij­dens de ver­bou­wing. En dat blijkt te klop­pen. Alleen dacht ik dat het wel zou ver­dwij­nen nu het wat rus­ti­ger is geworden.

Helaas. Er valt geen enke­le ver­be­te­ring te bespeu­ren. Niet dat het altijd pijn doet. Alleen bij bepaal­de bewe­gin­gen. Waar­on­der enke­le essen­tie­le zoals de ver­snel­ling van de auto in z’n ach­ter­uit zet­ten bij­voor­beeld. Of din­gen oppakken.

Klim­men daar­en­te­gen, of hout klo­ven gaat dan weer zon­der problemen.

Op de sur­vi­val­run­club zei iemand een week gele­den dat waar­schijn­lijk een pees in mijn arm ont­sto­ken was en door er wat naal­den in te laten prik­ken de pijn Af zou nemen. Ik had niet het idee dat ik Inge moest vra­gen om haar naai­set­je tevoor­schijn te halen. Daar­om van­daag toch maar een afspraak bij de fysio gemaakt. Deze avond kon ik al langs komen.

Het bleek inder­daad een over­strek­te pees te zijn. Naal­den waren (nog?) niet nodig. Hij beperk­te zich nu tot het mas­se­ren (waar­bij het leek of zijn vin­gers diep in mijn armen ver­dwe­nen als­of hij deeg aan het kne­den was) van de pijn­lij­ke plek om de door­bloe­ding op gang te krij­gen. Met wat oefe­nin­gen voor de komen­de week stond ik na ruim een half uur weer op straat. Maan­dag over een week is de vol­gen­de afspraak.

Natuur­lijk was ik er niet gerust op dat ik in de tus­sen­tijd mocht gaan trai­nen (zeker­heids­hal­ve had ik die van zon­dag al over­ge­sla­gen). Maar dat bleek geen pro­bleem te zijn. Als ik de boel niet for­ceer­de kon ik gewoon lek­ker door­gaan. Fijn, want de dagen vlie­gen voor­bij en op 10 sep­tem­ber staat alweer de eer­ste run op de agen­da. In Gen­nep. Waar ik vorig jaar in de aller­laat­ste hin­der­nis sneu­vel­de en mijn band­je moest inle­ve­ren. Dat gaat me hope­lijk niet opnieuw gebeuren.