Woensdag, 3 januari 2018

Het goe­de voorbeeld

Het was van­daag mijn eer­ste werk­dag van het nieu­we jaar. Geluk­kig had­den de mees­te van mijn collega’s nog vakan­tie. Ide­aal om onge­stoord de ach­ter­stand in mail weg te wer­ken. Plus dat de ver­plich­te nieuw­jaars­wen­sen tot een mini­mum beperkt bleven.

Toch viel het niet te ver­mij­den dat er zo af en toe iemand langs­kwam die het niet kon laten om mij het aller­bes­te te wen­sen. Zo ook een col­le­ga die bij toe­val de afbeel­ding op mijn bureau­blad zag.

“Is dat een hin­der­nis bij de sur­vi­val­run?”, wil­de hij weten.

Ik knik­te beves­ti­gend. Wat voor hem het start­sein was om te ver­tel­len hoe gewel­dig hij het vond dat ik aan deze sport deed en dat ik boven­dien ook zo gezond bezig was met eten. Naast mijn lap­top lagen twee appels, een banaan en vier man­da­rij­nen. Hij maak­te nog wat meer com­pli­men­ten voor­dat hij door­liep naar zijn werkplek.

Het is ruim vijf weken gele­den dat ik voor het laatst naar de trai­ning van sur­vi­val­run ben geweest. Mis­schien wel lan­ger. Het fruit op mijn bureau heb ik van­och­tend mee­ge­no­men. Samen met een groot stuk kerst­stol en nog wat ande­re zoe­tig­heid die we over had­den van de afge­lo­pen peri­o­de. Maar dat had ik alle­maal ’s och­tends al opge­ge­ten bij mijn eer­ste en twee­de kop koffie.

Een uur­tje later was het tijd voor lunch. Nor­maal gespro­ken gaan we dan eerst met een klein groep­je collega’s wat rek- en strek­oe­fe­nin­gen doen. Er was ech­ter slechts één col­le­ga van dat groep­je aan­we­zig. Voor de vorm plank­ten we wat en gin­gen toe snel naar de kan­ti­ne. Ik twij­fel­de tus­sen een brood­je ver­se worst en een soort van loem­pia. De keu­ze viel op de worst, en als com­pen­sa­tie nam ik er een schaal­tje rauw­kost bij.

Net toen ik het brood­je, rij­ke­lijk ver­sierd met may­o­nai­se en ket­chup had weg­ge­werkt, kwam de col­le­ga van de com­pli­men­ten bij ons aan tafel zit­ten. Wij­zend op de por­tie rauw­kost die op mijn bord lag begon hij zich te ver­ont­schul­di­gen voor zijn brood­je worst.

“Jij bent mijn goe­de voor­beeld! Mor­gen begin ik als­nog met mijn voor­ne­mens om gezon­der te eten en meer aan sport te doen! Ieder­een hier aan tafel is getuige!”

Mor­gen zal ik zelf ook maar eens begin­nen mijn goe­de voor­beeld te volgen.