De poes ging ondergronds
De poes was verdwenen. Niet onze seldom seen cat, maar die andere. Degene die denkt dat het hele huis van haar is. En wij haar personeel. Eigenlijk een heel gewone doorsnee poes wat dat betreft, maar wee degene die haar dat durft te vertellen.
Afijn, die poes was dus verdwenen.
Niet dat we het door hadden. Ook zij heeft de gewoonte om zich langere tijd niet te laten zien als het haar uitkomt. Waar ze dan uithangt, niemand die het weet. Vroeger zochten we haar dan nog wel eens. Tevergeefs. Ontelbaar zijn de plekken waar een poes zich kan verstoppen in een verder niet spectaculair groot huis.
Wat ook heel irritant is dat een poes verdomd goed doorheeft dat je haar zoekt. En geen haar op haar lijf die er dan aan denkt om tevoorschijn te komen. Zelfs niet als jij steeds ongeruster door het huis dwaalt en elke mogelijke verstopplaats voor een zoveelste keer opnieuw onderzoekt voor het geval dat je alle voorgaande keren de poes over het hoofd hebt gezien.
Nee, pas als je verslagen neerzakt op de bank en de hoop volledig hebt opgegeven zul je merken dat iets of iemand je gadeslaat. Inderdaad, de poes waarnaar je steeds wanhopiger naar op zoek was. Die zit daar doodgemoedeerd naar je te kijken in afwachting van het avondeten wat je geacht wordt voor haar neer te zetten.
Zoeken doen we daarom niet meer.
Tot gisteravond dan. Net toen we naar bed wilden gaan viel me op dat ik een van de poezen de hele avond niet meer had gezien. Dat was vreemd voor haar. Ik liep wat door het huis en riep haar naam. Niets. Ook Inge voegde zich nu bij mij om te zoeken. Het had geen resultaat. De poes bleef weg.
Nu is het zo dat we in ons nieuwe huis slechts de begane grond hebben waar ze zich kan verstoppen. De zolder is alleen bereikbaar via de vlisotrap en hoewel we het idee hebben dat poezen tot veel in staat zijn waren we van mening dat dit geen optie was. Toch konden we haar niet vinden. Zelfs de seldom seen cat liep ongerust rond. Zou het kunnen dat we de buitendeur hadden open laten staan en dat ze naar buiten was geglipt? We konden het ons niet voorstellen. Maar tegelijkertijd keken we elkaar verschrikt aan.
Eerder die avond hadden we bezoek gehad van de aannemer. Die was komen kijken omdat we een lek hadden in de keuken waarbij het onduidelijk was waardoor het veroorzaakt werd. Niet dat we dachten dat hij de deur had laten openstaan. Wel dat hij in de kruipruimte was geweest.
Bij de voordeur haalde ik het luik weg. Er gebeurde niets. We riepen haar naam. Nog steeds geen enkele reactie. Ik pakte er een zaklantaarn bij en liet me half in de kruipruimte zakken. Een paar meter verderop keken twee ogen me strak aan. Onbewogen zat ze daar. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.
We hebben nog flink ons best moeten doen om de poes met allerlei lekkers te lokken voordat ze dichtbij genoeg was zodat ik haar kon oppakken. Daarna liep ze regelrecht naar onze slaapkamer en maakte zich klaar voor de nacht. Ik was ondertussen weer klaarwakker.