20180223 — vrijdag

Jacht­sei­zoen

Op de site van NRC las ik een arti­kel over het lot van de tuin­vo­gel in Nederland:

Wan­neer de kat­ten op een mooie voor­jaars­dag in de tuin lig­gen te spin­nen, staat een sprong uit de nest­kast voor een mezen­jong gelijk aan een sprong in de leeuwenkuil.
[Tuin­vo­gel met rug tegen de muur, André de Baerdemaeker]

De kant­te­ke­ning die bij dit citaat geplaatst moet wor­den is dat het hier de situ­a­tie van een her­me­tisch afge­slo­ten achtertuin(tje) betreft, waar het mezen­jong geen kans op ont­snap­ping heeft. Dat is bij de ach­ter­tuin die met ons huis is mee­ge­ko­men iets­jes anders gesteld.

Hier geen spra­ke van schut­tin­gen rond­om of anders­zins vlucht­po­ging belem­me­ren­de obsta­kels. Vogels heb­ben alle ruim­te om vrij­uit te kun­nen lan­den en weer op te opstij­gen. Wat dan ook mas­saal gedaan wordt de laat­ste maan­den. Had­den we in het begin van onze ver­hui­zing nog te maken met weg­blij­vers van­we­ge de over­last gepaard gaan­de met de ver­bou­wing, na de zomer merk­ten we daar niets meer van toen de aan­trek­ken­de wer­king van de nieu­we aan­plant op onze geve­der­de vrien­den effect begon te krij­gen. Het is een komen en gaan van aller­lei soor­ten vogels sinds­dien, waar­bij we in het bij­zon­der trots zijn op een specht die regel­ma­tig op bezoek komt.

Toch blijft het ook in onze ach­ter­tuin oplet­ten. Waar ze van­daan komen is ons een raad­sel, maar gemid­deld heb­ben we rond drie zwerf­kat­ten rond­lo­pen. Dan weer zien we een moe­der­poes met een nest­je kit­tens, en vol­gen­de keer zijn het twee vol­was­sen katers die op zoek naar voed­sel zijn.

Ook erg ver­schil­lend is de mate waar­in ze afstand bewa­ren. Er zijn er bij die bij het min­ste of gering­ste geluid van ons met­een weg­schie­ten, ter­wijl we ook al een enke­le keer een poes bede­lend op het ter­ras heb­ben gehad die rus­tig bleef zit­ten toen we naar bui­ten kwa­men. Zo heel af en toe zet­ten we een bak­je met wat brok­jes en water bui­ten neer, maar we maken er geen gewoon­te van.

Waar­om zou­den we ook? Er valt zo te zien genoeg te halen in onze ach­ter­tuin. De voe­der­plek die we gemaakt heb­ben wordt door de kat­ten gebruikt als een ide­a­le loca­tie om rus­tig af te wach­ten tot de vogels zich­zelf aan­bie­den om gegre­pen te wor­den. Duurt dat te lang, of stil­len de mee­s­jes en der­ge­lij­ke niet de erg­ste hon­ger, dan loopt er altijd wel een fazant rond die niet goed in de gaten heeft dat de zwerf­kat­ten alles eten wat ze te pak­ken kun­nen krij­gen. Alleen de kip­pen. Die wor­den tot nu toe met rust gelaten.