Drifting

[p.122–127]

Tus­sen alle boe­ken die ik de afge­lo­pen tijd had uit­ge­pakt kwam ik ook Zen and the Art of Motor­cy­cle Main­tenan­ce weer tegen. De laat­ste keer dat ik erin gele­zen (en erover geblogd) had was ruim een jaar gele­den. Ik sloeg het boek open waar ik geble­ven was en las ver­der. Met­een zat ik weer mid­den in het ver­haal. Net zoals je met oude vrien­den die je jaren niet gezien hebt ook gewoon ver­der praat.

Phaed­rus, de alter-ego van de ver­tel­ler laat nood­ge­dwon­gen de metho­do­lo­gi­sche manier van weten­schap­pe­lijk onder­zoek los omdat hij dreigt vast te lopen. Onge­merkt gaat hij over tot een meer intu­ï­tie­ve manier van waarheidsvinding:

[…] no lon­ger the fron­tal truths of sci­en­ce, tho­se toward which the dis­ci­pli­ne poin­ted, but the kind of truth you see later­al­ly, out of the cor­ner of your eye. In a labo­ra­to­ry situ­a­ti­on, when your who­le pro­ce­du­re goes hay­wi­re, when eve­ry­thing goes wrong or is inde­ter­mi­na­te or is so scre­wed up by unex­pec­ted results you can’t make head or tail out of any­thing, you start loo­king laterally.
[p.124, Zen]

Het is iets wat ik her­ken in mijn dage­lijk­se werk­za­me leven. Regel­ma­tig lopen we daar tegen pro­ble­men aan bij het gebruik of de imple­men­ta­tie van gea­van­ceer­de soft­wa­re. Niet altijd weten we dan via een logi­sche pro­ce­du­re de onder­lig­gen­de oor­zaak te vin­den. Soms moe­ten we genoe­gen nemen met een tij­de­lij­ke oplos­sing die er voor zorgt dat we ver­der kun­nen, maar waar­bij we con­ti­nu de kna­gen­de onze­ker­heid voe­len dat het pro­bleem zich op elk moment weer kan voordoen.

Vaak doet zich pas een vol­gen­de oplos­sings­rich­ting aan wan­neer er afstand geno­men is. Ergens in het onder­be­wust­zijn blijft je brein er toch mee bezig. Min­der gestruc­tuurd wel­licht. En ineens zie je het pro­bleem (from the cor­ner of your eye) in een ander dag­licht, waar­door er ook ruim­te is voor alter­na­tie­ve bena­de­rin­gen om het op te lossen.

Bij mij werkt dat afstand nemen het best als ik iets com­pleet anders ga doen. Hard­lo­pen, bij­voor­beeld. Of muziek luis­te­ren. Tui­nie­ren schijnt ook te wer­ken, zo heb ik gemerkt sinds we ver­huisd zijn. Ik kom dan in een soort van tran­ce die het actie­ve den­ken ‘uit­scha­kelt’. Erna, wan­neer de bezig­heid ach­ter de rug is, blij­ken bepaal­de zaken waar ik tegen­aan zat te hik­ken ineens een stuk min­der pro­ble­ma­tisch zon­der dat ik er voor mijn gevoel echt over nage­dacht had.

Het grap­pi­ge is dat een muziek­num­mer van Neil Young waar­bij ik mak­ke­lijk in die gemoeds­toe­stand geraak, de titel Drif­tin’ back heeft. En op drift raken is nu juist wat Phaed­rus doet:

Drif­ting is what one does when loo­king at late­ral truth. He couldn’t fol­low any known method of pro­ce­du­re to unco­ver its cau­se becau­se it was the­se methods and pro­ce­du­res that were all scre­wed up in the first pla­ce. So he drif­ted. That was all he could do.
[p.125]

Zijn zoek­tocht brengt hem naar de ande­re kant van de wereld en levert hem een hoop nieu­we inzich­ten op. Wan­neer hij uit­ein­de­lijk terug­keert in de VS besluit hij filo­so­fie te gaan stu­de­ren aan de universiteit.

~ ~ ~